2° niet veroordeeld zijn geweest, zelfs met uitstel, tot een gevangenisstraf van ten minste 6 maanden wegens enig misdrijf of tot een langere gevangenisstraf wegens diefstal, afpersing, misbruik van vertrouwen, oplichting, valsheid in geschriften, aanranding op de eerbaarheid, verkrachting of wegens de misdrijven bepaald in de artikelen 379 tot 386ter van het Strafwetboek of bij de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van de gifstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, ontsmettingsstoffen en antiseptica;
2° ne pas avoir été condamné, même avec sursis, à une peine d'emprisonnement de six mois au moins du chef d'une infraction quelconque ou à une peine d'emprisonnement moindre du chef de vol, extorsion, abus de confiance, escroquerie, faux en écritures, attentat à la pudeur, viol ou infractions prévues par les articles 379 à 386ter du Code pénal ou par la loi du 24 février 1921 concernant le trafic des substances vénéneuses, soporifiques, stupéfiantes, désinfectantes ou antiseptiques;