welke lidstaten hebben gekozen voor plafonnering van de hoeveelheid biobrandstoffen geproduceerd uit granen en andere zetmeelrijke gewassen, suikers en oliegewassen en uit primair voor energiedoeleinden als hoofdgewas op landbouwgrond geteelde gewassen, die wordt meegerekend met het oog op het in artikel 7 bis van Richtlijn 98/70/EG vermelde streefcijfer en of zich problemen hebben voorgedaan bij de uitvoering of de verwezenlijking van het in artikel 7 bis van Richtlijn 98/70/EG vermelde streefcijfer.
les États membres qui ont choisi de limiter les quantités de biocarburants produites à partir de céréales et d'autres plantes riches en amidon, sucrières et oléagineuses et à partir de cultures cultivées en tant que cultures principales essentiellement à des fins de production d'énergie sur des terres agricoles afin d'atteindre l'objectif énoncé à l'article 7 bis de la directive 98/70/CE et les problèmes de mise en œuvre ou de réalisation de l'objectif énoncé à l'article 7 bis de la directive 98/70/CE qui se sont éventuellement posés.