Volgens de memorie van toelichting bij het decreet van 31 juli 1990 had die bepaling (artikel 197 van het ontwerp, dat artikel 198 is geworden) « tot doel om de rechtszekerheid voor de inrichtende machten van het onderwijs inzake toegekende werkingsmiddelen of -toelagen en de weddetoelagen te verbeteren » (Parl. St., Vlaamse Raad, 1989-1990, nr. 365-1, p. 58).
Selon l'exposé des motifs du décret du 31 juillet 1990, cette disposition (l'article 197 du projet, qui est devenu l'article 198) « entendait accroître la sécurité juridique pour les pouvoirs organisateurs de l'enseignement s'agissant des subventions ou moyens de fonctionnement alloués et des subventions-traitements octroyées » (Doc., Conseil flamand, 1989-1990, n° 365-1, p. 58).