Daarentegen moet, voor het vaststellen van het bedrag van de vergoeding bepaald bij artikel 39, § 1, van de arbeidsovereenkomstenwet, bij ontstentenis van een afwijking analoog aan die, wat betreft de opzeggingstermijn, voorgeschreven bij artikel 103 van de herstelwet van 22 januari 1985, de opzeggingsvergoeding ten gunste van een werknemer tewerkgesteld onder het stelsel van de verminderde arbeidsprestaties worden berekend met inachtneming van het loon waarop die werknemer effectief recht heeft op het tijdstip van de kennisgeving van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
En revanche, pour fixer le montant de l'indemnité visée à l'article 39, § 1, de la loi relative aux contrats de travail, à défaut d'une dérogation analogue à celle inscrite, en ce qui concerne le délai de préavis, à l'article 103 de la loi de redressement du 22 janvier 1985, l'indemnité de congé au profit d'un travailleur occupé selon le régime des prestations de travail réduites doit être calculée sur la base de la rémunération à laquelle le travailleur a effectivement droit au moment de la notification de la cessation du contrat de travail.