2. Iedere Staat die partij is, keurt overeenkomstig de grondbeginselen van zijn nationaal recht, de wetgevende en andere maatregelen goed die nodig zijn om zijn bevoegde autoriteiten de mogelijkheid te bieden de verbeurd verklaarde goederen terug te geven, indien hij handelt op verzoek van een andere Staat die partij is, overeenkomstig dit verdrag en rekening houdend met de rechten van de derden te goeder trouw.
2. Chaque État Partie adopte, conformément aux principes fondamentaux de son droit interne, les mesures législatives et autres nécessaires pour permettre à ses autorités compétentes de restituer les biens confisqués, lorsqu'il agit à la demande d'un autre État Partie, conformément à la présente Convention, et compte tenu des droits des tiers de bonne foi.