De wetgever schijnt zich dan ook bewust te zijn van het gevaar dat de strekking en de werkingssfeer van de onderhavige regelgeving tot een belangenconflict kunnen leiden: in de laatste overweging van het voorstel (overweging 29) wordt nl. bepaald dat deze richtlijn de grondrechten eerbiedigt en strookt met de beginselen die in het Handvest van Nice (de grondrechten van de Europese Unie) zijn neergelegd, welk handvest thans is opgenomen in deel II van het grondwettelijk verdrag, en dat deze richtlijn ook in overeenstemming is met het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens.
En fait, le législateur semble conscient du fait que la portée et le champ d’application de la réglementation en question risquent de faire naître un conflit d’intérêts. Tant il est vrai qu’il s’évertue dans le dernier considérant de la proposition (considérant 29) à réitérer la conformité de la présente directive aux droits fondamentaux et aux principes reconnus dans la Charte de Nice, aujourd’hui incorporée à la partie II du Traité constitutionnel, ainsi qu’à la Convention européenne des droits de l’homme.