De mogelijkheid voor een echtgenoot om zich de in artikel 1446 van het Burgelijk Wetboek bedoelde onroerende goederen bij voorrang te laten toewijzen geldt dus ook, behalve bij ontbinding van het wettelijk stelsel door het overlijden van de andere echtgenoot, wanneer het wettelijk stelsel eindigt door echtscheiding, scheiding van tafel en bed op grond van bepaalde feiten, of gerechtelijke scheiding van goederen (Rép. Not. deel V, tweede deel, boek I, Brussel, Larcier, 1980, nr. 288; RPDB, o.c. , nr. 1386).
La possibilité pour les époux de se faire attribuer par préférence les immeubles visés à l'article 1446 du Code civil existe donc aussi, hormis le cas de la dissolution du régime légal par le décès du conjoint, lorsque le régime légal prend fin par le divorce ou la séparation de corps pour cause déterminée ou la séparation de biens judiciaire (Rep. Not., T. V, II partie, livre I, Bruxelles, Larcier, 1980, nº 288; RPDB, op. cit ., nº 1386).