Doordat de nieuwe bepalingen all
e herstellingen die geen huurherstellingen zijn bij een huurovereenkomst met betrekking tot de hoofdverblijf
plaats op dwingende wijze ten laste leggen van de verhuurder (zie artikel 101, 3º, dat in artikel 2 van de wet betreffende de huurovereenkomsten met betrekking tot de hoofdverblijfplaats een § 2 invoegt), maken ze het onmogelijk in de toekomst nog een huurovereenkomst met renovatie af te sluiten, een rechtsfiguur die werd ingesteld bij de wet van 1
3 april 19 ...[+++]97 en die geregeld werd in artikel 8 van de specifieke wetgeving betreffende de huurovereenkomsten met betrekking tot de hoofd verblijfplaats, waarvan de eerste zin luidt :
Les nouvelles dispositions mettent impérativement à charge du bailleur, dans le cadre d'un bail de résidence principale, toutes les réparations autres que locatives (cf. l'article 101, 3º, qui ajoute un § 2 à l'article 2 de la loi sur les baux de résidence principale). Ce faisant, elles rendent désormais impossible la conclusion d'un bail de rénovation, institution introduite par la loi du 13 avril 1997 et organisée à l'article 8 de la législation spécifique aux baux de résidence principale, dont la phrase liminaire prévoit: