Op 21 januari 1999 heeft het Hof van Justitie vastgesteld dat België geen programma's voor de terugdringing van verontreiniging heeft vastgesteld en medegedeeld met betrekking tot 99 gevaarlijke stoffen in het kader van de Richtlijn Gevaarlijke Stoffen, en omdat geen termijnen voor de uitvoering daarvan waren vastgesteld (zaak C-1997/207).
Le 21 janvier 1999, la Cour de justice a rendu un arrêt contre la Belgique qui n'a adopté ni notifié aucun programme de réduction de la pollution en ce qui concerne quatre-vingt-dix-neuf substances dangereuses relevant de la directive Substances dangereuses, et qui n'a fixé aucun de délai de mise en œuvre correspondant (affaire C-1997/207).