Mevrouw Willame-Boonen stelt zich vragen bij punt g) van de technische bepalingen, waar staat : « de inkomsten uit de werkzaamheden die worden verricht in het kader van tussen de Staten gesloten culturele verdragen zijn vrijgesteld van belasting (...) indien zulke werkzaamheden worden gesteund door een overeenkomstsluitende Staat ».
Mme Willame-Boonen s'interroge sur le point g) des dispositions techniques (p. 5), où il est stipulé que « les revenus provenant des activités exercées dans le cadre d'accords culturels conclus entre les États sont exemptés d'impôt (...) si ces activités sont parrainées par un État contractant ».