86. erkent dat er pogingen zijn gedaan om met Oezbekistan een dialoog over de mensenrechten te beginnen, maar merkt dat dit onmogelijk is gebleken door het onvermogen van Oezbekistan om een dergelijke dialoog op een constructieve manier te benaderen; is tegelijkertijd van oordeel dat het aangaan van een mensenrechtendialoog met Oezbekistan niet zou mogen leiden tot het opheffen van sanctie
s die dit land zijn opgelegd zolang er geen vooruitgang wordt geboekt op het gebied van mensenrechten en democratie; verzoekt de Raad derhalve de
...[+++]mensenrechtensituatie eerst grondig te evalueren alvorens een besluit te nemen; 86. prend acte des efforts pour instaurer un dialogue sur les droits de l'homme avec l'Ouzbékistan, mais note que celui-ci n'a pas été possible, en raison de l'incapacité
de l'Ouzbékistan à aborder un tel dialogue de manière constructive; considère, toutefois, que l'engagement d'un dialogue sur les droits humains avec l'Ouzbékistan ne doit pas conduire à la levée des sanctions infligées à ce pays s'il n'accomplit aucun progrès dans le domaine des droits humains et de la démocratie; en conséquence, demande au Conseil de faire une évaluation exhaustive de la situation des droits de l'homme avant de prendre toute décision lors de sa proch
...[+++]aine session;