14. dringt er op aan dat de steun van de Unie en de inspanningen voor de bestrijding van de corruptie goed elkaar worden afgestemd, dat de middelen voor onderwijs worden opgevoerd en een beleid tot stand komt dat gericht is op de verbetering van de levensomstandigheden, opdat een klimaat kan worden gecreëerd dat het ontstaan van extremismen helpt tegen te gaan;
14. insiste pour que l'aide de l'Union européenne soit cohérente avec les efforts de lutte contre la corruption, avec l'extension des moyens d'éducation et avec une politique d'amélioration des conditions de vie, pour créer les conditions propices de remparts contre le développement des extrémismes;