« Art. 34 bis. De in artikel 34 bedoelde personeelsleden beschikken over de ambtsbevoegdheden voorzien bij de artikelen 6, 7, 11 tot en met 19 van het Wetboek van inspectie, met inachtneming van de voorwaarden die zij voorzien, om de naleving van deze wet, haar uitvoeringsbesluiten en de Europese verordeningen en beschikkingen of besluiten ter zake waarvan zij de schendingen strafbaar stelt te controleren.
« Art. 34 bis. Les agents visés à l'article 34 disposent des pouvoirs prévus aux articles 6, 7, 11 à 19 du Code de l'inspection, dans le respect des conditions qu'ils prévoient, pour contrôler le respect de la présente loi, de ses arrêtés d'exécution et des règlements et décisions européens en la matière dont elle incrimine la violation.