3. a) Hoe moeten de
diverse begrippen " contracten" , " overeenkomsten" en " contractuele verbintenissen" telkens juridisch worden geïnterpreteerd, uitgelegd of gedefinieerd in het licht van de fiscale wet (zie onder meer artikel 52, eerste lid, 5° WIB 1992), het gemeen recht en van de oude en nieuwe verzekeringswetgeving? b) Moet het zowel op verzekerings- als op belastingvlak te
lkens gaan om een " schriftelijke" overeenkomst of kan zo'n juridisch bindende overeenkomst inderdaad ook mondeling of st
ilzwijgend zijn net ...[+++]zoals bijvoorbeeld een huurovereenkomst en een contract van lastgeving?
3. a) Comment faut-il à chaque fois interpréter, expliquer ou définir juridiquement les différentes notions de " contrats" , de " conventions" et " d'obligations contractuelles" , à la lumière de la loi fiscale (voyez notamment l'article 52, 1er alinéa, 5°du CIR 1992), du droit commun et de l'ancienne et de la nouvelle législation sur les sociétés? b) Doit-il à chaque fois s'agir d'une convention " écrite" tant sur le plan des assurances que sur le plan fiscal, ou est-il exact qu'une telle convention juridiquement contraignante peut aussi être stipulée verbalement ou tacitement, tout comme un bail et un contrat de mandat?