Het aanhouden van de middellangetermijndoelstelling voor begrotingssituaties dient de lidstaten toe te staan om een veiligheidsmarge ten opzichte van de referentiewaarde van 3 % van het bbp te hebben, zodat houdbare overheidsfinanciën, of een snelle ontwikkeling in de richting van een houdbare situatie, wordt gewaarborgd en tegelijk budgettaire manoeuvreerruimte wordt gelaten, waarbij in het bijzonder rekening wordt gehouden met de behoefte aan overheidsinvesteringen.
Des positions budgétaires respectant l’objectif à moyen terme devraient permettre aux États membres de disposer d’une marge de sécurité par rapport à la valeur de référence de 3 % du PIB, afin de garantir des finances publiques soutenables, ou une progression rapide vers leur soutenabilité, tout en se réservant une marge de manœuvre budgétaire, compte tenu notamment des besoins en investissements publics.