Het Hof benadrukt ook dat krachtens artikel 7, lid 4, vijfde streepje, van Verordening (EEG) nr. 259/93 betreffende de overbrenging van afvalstoffen, lidstaten bezwaar kunnen maken tegen de overbrenging "indien de verhoudi
ng tussen de wel en niet nuttig toe te passen afvalstoffen, de geschatte waarde van het materiaal dat uiteindelijk
nuttig wordt toegepast, of de kosten van de
nuttige toepassing en de kosten van verwijdering van het niet
nuttig toe te passen gedeelte de
nuttige toepassing uit economisch en milieutechnisch oogpunt nie
...[+++]t rechtvaardigen".