b) een richtlijn werd ingebouwd waarbij de partijen die door inzage in het dossier inlichtingen zouden verkregen hebben, deze alleen mochten gebruiken in het belang van de verdediging op voorwaarde dat het vermoeden van onschuld in acht werd genomen alsook de rechten van verdediging van derden, het privé-leven en de waardigheid van personen, onverminderd het recht om tijdens het gerechtelijk onderzoek perscommuniqués te geven, zoals voorzien in artikel 57, § 4, van het Wetboek van Strafvordering;
b) les parties qui auraient obtenu des informations par la consultation du dossier ne pouvaient les utiliser que dans l'intérêt de la défense, à condition de respecter la présomption d'innocence, les droits de la défense des tiers et la vie privée et la dignité des personnes, sans préjudice du droit de faire des communiqués de presse au cours de l'instruction, comme prévu à l'article 57, § 4, du Code d'instruction criminelle;