Aan de Koning wordt de bevoegdheid verleend om, bij in de Ministerraad overlegd besluit, de lijst van de artikelen van bedoelde wet die van toepassing zijn om de donatie van, de wegneming van, handelingen met, of het gebruik van gameten, gonaden, gedeelten van gonaden en embryo's of foetussen, en tevens deze artikelen aan te passen, voor zover deze aanpassingen uitsluitend voor het lichaamsmateriaal, zoals bedoeld in deze paragraaf, van toepassing zijn.
Le Roi a la compétence de fixer, par arrêté royal délibéré en Conseil des ministres, la liste des articles applicables au don, au prélèvement, aux opérations avec ou à l'utilisation des gamètes, des gonades, des parties de gonades, des embryons ou des fœtus, et d'adapter ces articles pour autant que ces adaptations s'appliquent uniquement au matériel corporel visé dans le présent paragraphe.