11. Notes that the real economic growth in the European Union is characterised by old and new divergences, with the lowest growth rates in Portugal (1,2 % of GDP) and Italy (1,7 %), and high growth rates among the EU-15 in Spain (3,8 %), Greece (3,8 %) and, in particular, Sweden (4%), Finland (4,9 %) and Luxembourg (5,5 %); notes that the new Member States are registering particularly high growth rates in Slovakia (6,7 %), Lithuania (7,8 %), Estonia (10,5 %) and Latvia (11%); underlines that these divergences also reflect important structural differences, different domestic economic policies and demographic structures as well as asymmetric impacts of common policies, illustrating underlying risks to the European Union's internal cohesion;
...[+++] therefore stresses the need for policies that strengthen economic cohesion and thus foster the internal market and monetary union; 11. stel
t vast dat de echte economische groei in de EU wordt gekenmerkt door oude en nieuwe divergenties, met de laagste groeipercentages in Portugal (1,2% van het BBP) en in Italië (1,7%) en hoge groeicijfers binnen de EU-15-landen, zoals in Spanje (3,8%), Griekenland (3,8%), en vooral in Zweden (4%), Finland (4,9%) en Luxemburg (5,5%); stelt vast dat de nieuwe lidstaten, met name Slowakije (6,7%), Litouwen (7,8%), Estland (10,5%) en Letland (11%) een zeer sterke groei vertonen; onderstreept dat deze divergenties ook een teken zijn van belangrijke structurele verschillen, uiteenlopend binnenlands economisch beleid en demografische str
...[+++]ucturen en asymmetrische effecten van het gemeenschappelijk beleid, die aangeven aan welke gevaren de interne cohesie van de Europese Unie blootstaat; benadrukt derhalve de noodzaak van beleidsmaatregelen die de economische samenhang versterken en zodoende bevorderlijk zijn voor de interne markt en de monetaire unie;