Vertaling van "Fixed-point part " (Engels → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

fixed-point part | mantissa
mantisse | vaste-komma-gedeelte

mend furniture parts | repairing furniture parts | fix furniture parts | repair furniture parts
meubeldelen herstellen | meubeldelen repareren

bench marks | fixed marks | fixed points | fixed stations
dak of vloer van galerijen of steengangen | die als uitgangspunten kunnen dienen bij latere metingen | meettekens in wand | vaste punten

vertical plane of fixing point
verticaal vlak van het bevestigingspunt

repair damaged paper part | restore damaged paper parts | fix damaged paper parts | repair damaged paper parts
beschadigde papieronderdelen repareren

Dorsal surface of base of tongue Fixed part of tongue NOS Posterior third of tongue
achterste derde van tong | dorsaal oppervlak van tongbasis | vastzittend deel van tong NNO

Malignant neoplasm of brain and other parts of central nervous system whose point of origin cannot be classified to any one of the categories C70-C72.5
maligne neoplasma van hersenen en overige delen van centraal zenuwstelsel waarvan punt van oorsprong niet onder codereeks C70-C72.5 kan worden geklasseerd

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

For the sole purpose of ensuring compliance with the national ceilings provided for in Article 40(2), where a Member State makes use of the option provided for in point (a) of the first subparagraph of this paragraph, the amount concerned shall not be counted as part of the ceilings fixed under paragraph 3 of this Article.
Met als enige doel ervoor te zorgen dat aan de nationale maxima bedoeld in artikel 40, lid 2, wordt voldaan, wordt wanneer een lidstaat gebruik maakt van de in punt a) van de eerste alinea van dit lid opgenomen optie, het betrokken bedrag niet meegeteld bij de berekening van de in lid 3 vastgestelde maxima.

Fixed Radio Systems; Characteristics and requirements for point-to-point equipment and antennas; Part 2: Digital systems operating in frequency bands from 1 GHz to 86 GHz; Harmonised Standard covering the essential requirements of article 3.2 of Directive 2014/53/EU
Vaste radiosystemen — Eigenschappen en eisen voor één op één apparatuur en antennes — Deel 2: Digitale systemen opererend in frequentiebanden van 1,3 GHz tot 86 GHz; Geharmoniseerde EN onder artikel 3.2 van de 2014/53/EU richtlijn

Fixed Radio Systems; Characteristics and requirements for point-to-point equipment and antennas; Part 2-2: Digital systems operating in frequency bands where frequency coordination is applied; Harmonized EN covering the essential requirements of article 3.2 of the RTTE Directive
Vaste radiosystemen — Eigenschappen en eisen voor één op één apparatuur en antennes — Deel 2-2: Digitale systemen opererend in frequentiebanden waar frequentie co-ordinatie is toegepast — Geharmoniseerde EN onder artikel 3.2 van de RTTE richtlijn

Points out that although European electricity retail prices for small and medium-sized industrial and business customers and private consumers are relatively high in many Member States, investing in energy efficiency can boost the competitiveness of European businesses and reduce energy costs for private consumers; stresses, however, that the electricity bill in the EU consists on average of one third of indirect, state-induced tax and levies for private households, which when applied as fixed elements on bills, can make it difficult for consumers to feel the benefits from energy saving, and contributes to energy poverty; notes that levies to finance European climate and energy policies are the smallest part of the bill; and underlines that the high energy prices in the EU result in a difference in energy prices between EU Member States and our main competitors in large parts of the world, which inhibit the competitiveness of European energy-intensive industries; notes that innovation also increases with greater investment in energy efficiency, placing EU industry in a world-leading position.
wijst erop dat ondanks het feit dat de Europese stroomtarieven voor kleine en middelgrote industriële en commerciële afnemers en particulieren in veel lidstaten relatief hoog zijn, het investeren in energie-efficiëntie het concurrentievermogen van het Europese bedrijfsleven kan versterken en de energiekosten voor particulieren kan verlagen; onderstreept echter dat de stroomrekening voor particuliere huishoudens in de EU gemiddeld voor een derde bestaat uit indirecte belastingen en heffingen van overheidswege, waardoor het bij facturering als vaste bedragen voor de consument lastig wordt de voordelen van energiebesparing te voelen, en energiearmoede in de hand wordt gewerkt; merkt op dat heffingen ter financiering van het Europese klimaat- en energiebeleid het kleinste deel van de rekening vormen; onderstreept dat de hoge energieprijzen in de EU resulteren in een verschil in energieprijzen tussen de lidstaten van de EU en onze belangrijkste concurrenten in grote delen van de wereld, waardoor het concurrentievermogen van Europese energie-intensieve bedrijven wordt aangetast; merkt op dat innovatie ook toeneemt naarmate er meer wordt geïnvesteerd in energie-efficiëntie, hetgeen de EU-industrie op een vooraanstaande positie in de wereld plaatst.

(i) the fixed part of the contribution, which is based on the institution's liabilities (excluding own funds and guaranteed deposits), as the starting point for determining the contribution; so the larger the bank, the higher the fixed part of the contribution.
i) het vaste deel van de bijdrage, dat op de passiva (exclusief eigen vermogen en gegarandeerde deposito's) van de instelling is gebaseerd en dat als uitgangspunt voor de bepaling van de bijdrage fungeert; hoe groter de bank is, hoe groter dus het vaste deel van de bijdrage is;

4. Where modifications are to be made to the non-production installation that entail a material change, or it is intended to dismantle a fixed non-production installation, the owner shall prepare an amended report on major hazards, to be submitted pursuant to point (f) of Article 11(1) by a deadline specified by the competent authority, in accordance with Annex I, Part 6, points 1, 2 and 3.
4. Wanneer er aanpassingen aan de niet-productie-installatie zullen worden aangebracht die een essentiële wijziging tot gevolg hebben, of wanneer het de bedoeling is een vaste niet-productie-installatie te ontmantelen, stelt de eigenaar een gewijzigd rapport inzake grote gevaren op dat moet worden ingediend overeenkomstig artikel 11, lid 1, onder f), binnen een door de bevoegde autoriteit bepaalde uiterste termijn overeenkomstig bijlage I, deel 6, punten 1, 2 en 3.

7. Stresses the fact that, despite unemployment rates for men and women being comparable, the crisis affects women differently; points out that working conditions for women have become considerably more insecure, especially with the increasing prevalence of atypical forms of contract, and that women’s incomes have fallen significantly thanks to a number of factors, including the persistent wage gap (nearly 17 %) between men and women and the resultant inequality in their respective levels of unemployment benefit, the rise in compulsory part-time working, and the rise in the number of temporary or fixed-term jobs to the detriment of more stable employment; whereas with the persistent gender pay gap and the resultant inequality in unemployment benefit levels, the crisis has worsened women's situation in the labour market; points out that the experience of previous crises shows that the male employment rate generally recovers more quickly than that for women;
7. onderstreept dat ofschoon de werkloosheidscijfers voor mannen en voor vrouwen te vergelijken zijn, vrouwen toch anders door de crisis worden geraakt; wijst erop dat de arbeidsvoorwaarden voor vrouwen veel onzekerder zijn geworden vooral door de steeds grotere verbreiding van atypische contractvormen, en dat hun inkomsten aanzienlijk zijn gedaald, als gevolg van een aantal factoren zoals de nog steeds bestaande loonkloof (bijna 17%) tussen mannen en vrouwen en de daaruit voortvloeiende verschillen in de hoogte van de werkloosheidsuitkering, de opkomst van gedwongen deeltijdwerk, en de toename van tijdelijke en tijdgebonden contracten, ten koste van meer stabiele banen; mede ook door de nog steeds bestaande loonkloof tussen mannen en vrouwen en het daaruit voortvloeiende hoogteverschil in de werkloosheidsuitkeringen, is de positie van vrouwen op de arbeidsmarkt in deze crisis verslechterd; wijst erop dat ervaringen uit eerdere crises hebben geleerd dat de werkgelegenheid zich voor mannen sneller herstelt die voor vrouwen;

3. Notes that from 2000 to 2005 the EU's number of unemployed increased by one million, in parallel with a huge increase in precarious work, more than 4.7 million workers with fixed-term contracts and at least 1.1 million more in involuntary part-time jobs; stresses that, even if forecasts that point to a reduction in the unemployment rate are confirmed, it will still persist at an unacceptable level of 17 million unemployed in the EU; notes that 25% of the workforce are under atypical types of contract (fixed-term, part-time, on-call, zero-hour, temporary agencies and freelance), 41% if the self-employed are taken into account, which shows how precarious labour conditions have now become in the EU;
3. wijst erop dat het aantal werklozen in de EU van 2000 tot 2005 met meer dan één miljoen is toegenomen, parallel met een enorme stijging van het aantal precaire jobs, meer dan 4,7 miljoen werknemers met contracten van bepaalde duur en minstens nog eens 1,1 miljoen mensen met een gedwongen deeltijdse baan; benadrukt dat, ook al komen de voorspellingen uit die zeggen dat de werkloosheid zal dalen, deze zich nog steels op het onaanvaardbare peil zal bevinden van 17 miljoen werklozen in de EU; wijst erop dat 25% van de werkenden een atypisch contract heeft (bepaalde duur, deeltijds, op afroep, geen vaste uren, uitzendkantoren en freelance), of zelfs 41% als de zelfstandigen worden meegerekend, wat aantoont hoe precair de arbeidsomstandigheden in de EU nu zijn geworden;

For this reason, moreover, in the previous directives on fixed-term contracts and part-time employment, which were drawn up by consensus, it is acknowledged that under point 7 of the Community Charter of the Fundamental Social Rights of Workers it is essential for working conditions to be harmonised in all three forms of atypical employment, namely part-time employment, fixed-term contract work and temporary work, while Article 6 of the EU Treaty also stipulates that the Union shall respect fundamental rights.
De noodzaak van optreden bij de werkzaamheden van tijdelijk personeel wordt gezien als aanvulling op de wetgeving van de lidstaten om ongeoorloofde discriminatie tussen tijdelijk personeel te vermijden, en de bescherming van minimumrechten voor tijdelijk personeel vast te leggen om de doelen van artikel 136 ten aanzien van de bevordering van de werkgelegenheid te verwezenlijken, gekoppeld aan de door de ondernemingen nagestreefde flexibiliteit bij het functioneren van de arbeidsmarkt en adequate sociale zekerheid. Weliswaar zijn de bepalingen van artikel 137, lid 6 niet van toepassing op de salarissen, maar deze uitzondering geldt de vaststelling van de salarissen en niet de gevallen waarin slechts de naleving van het beginsel van niet-discriminatie ten aanzien van dezelfde arbeid wordt nagestreefd. Ten aanzien hiervan wordt in de eerdere richtlijnen inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd en deeltijdarbeid waarover overeenstemming bestaat, erkend dat op grond van artikel 7 van het communautair Handvest van de fundamentele rechten de onderlinge toenadering van de arbeidsvoorwaarden noodzakelijk is, ook bij de drie vormen van atypische arbeid, namelijk deeltijdarbeid, arbeid voor onbepaalde tijd en uitzendwerk, terwijl vervolgens in artikel 6 (f) van het EU-Verdrag staat dat de EU de fundamentele rechten eerbiedigt.