‘permanent grassland and permanent pasture’ (together referred to as ‘permanent grassland’) means land used to grow grasses or other herbaceous forage naturally (self-seeded) or through cultivation (sown) and that has not been included in the crop rotation of the holding for five years or more ; it may include other species such as shrubs and/or trees which can be grazed provided that the grasses and other herbaceous forage remain predominant as well as, subject to a decision by Member States, land which can be grazed and which forms part of established local practices where grasses and other herbaceous forage are traditionally not predominant in grazing areas ;
„blijvend grasland en blijvend weiland”( samen „blijvend grasland”): grond met een natuurlijke of ingezaaide vegetatie van grassen of andere kruidachtige voedergewassen die ten minste vijf jaar niet in de vruchtwisseling van het bedrijf is opgenomen; andere begraasbare soorten, zoals struiken en/of bomen , kunnen er deel van uitmaken, mits de grassen en andere kruidachtige voedergewassen overheersen, alsmede, afhankelijk van een besluit van de lidstaten, begraasbaar land dat deel uitmaakt van de gangbare plaatselijke praktijken en waar grassen en andere kruidachtige voedergewassen traditioneel niet overheersen ;