Article 1 of Regulation No 1 lists as ‘the official languages and the working languages’ all the official languages recognised as such at national level in all of the current fifteen Member States of the Union, with the notable exceptions of Irish (Gaelic) and Luxembourgish.
In artikel 1 van verordening nr. 1 worden immers als officiële talen en werktalen genoemd alle als zodanig op nationaal niveau erkende officiële talen in alle vijftien huidige lidstaten van de Unie, met opmerkelijke uitzondering evenwel van het Iers (Gaelic) en het Luxemburgs.