First of all, support to the African Union mission in Darfur. Second, support for the mission of the Special Representative of the Secretary-General of the United Nations, Mr Pronk. Third, pressure on the government and the SPLM to conclude the Naivasha peace process. Fourth, pressure on the Government and the SLM and the JEM to conclude the Abuja peace process. Fifth, coordinating policies and actions with the other international actors.
Deze zijn: ten eerste steun aan de missie van de Afrikaanse Unie in Darfur; ten tweede steun voor de missie van de speciale vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de heer Pronk; ten derde druk op de regering en de Soedanese Volksbevrijdingsbeweging SPLM om het vredesproces
van Naivasha te voltooien; ten vierde druk op de regering en de Soedanese Bevrijdingsbeweging SLM en de Beweging voor Gerechtigheid en Gelijkheid JEM om het vredesproces van Abuja te voltooien; ten vijfde coördinatie van het beleid en de maatregelen met de andere internationale actoren; ten zesde humanitaire hulpverlening en ten slot
...[+++]te actief nadenken over verdere maatregelen om de druk op te betrokken partijen op te voeren, met inbegrip van sancties.