G. whereas, in order to end this deadlock, some Member States have developed forms of cooperation outside the framework of the treaties, s
uch as the "G5" and "quasi decision-making" bodies
such as the FATF on money laundering, the Dublin Group in relation to combating drugs and the Berne Group in relation to exchanges of information, which are all bodies over which there is no democratic scrutiny; convinced that, while progress is to be desired and would be appropriate, it must take the form of "closer cooperation" (such as the "Sch
...[+++]engen+" arrangements),
G. zich bewust van het feit dat sommige lidstaten zich aan deze impasse trachten te ontworstelen door buiten het kader van de verdragen samenwerkingsvormen tot stand te brengen, zoals de "G5", of "pseudo-besluitvormende" instellingen zoals de FATF inzake het witwassen van geld, "de Dublin-groep" voor de drugsbestrijding, de "Bern-groep" voor de uitwisseling van inlichtingen, d.w.z. instellingen die aan de democratische controle ontsnappen; ervan overtuigd dat, mocht vooruitgang op dit gebied wenselijk en opportuun zijn, deze de vorm van een "nauwere samenwerking" moet aannemen (zoals de zogeheten "Schengen+"-samenwerking");