11. Emphasises, that as statutory and obligatory expenditure, such as rental and energy costs as well as expenditure for wages, is subject to annual indexations, the level for the other expenditure has been reduced in nominal terms; notes that this was possible due to structural reforms and savings achieved in the previous years;
11. benadrukt dat uit het statuut voortvloeiende en verplichte uitgaven, zoals huur, energiekosten en uitgaven voor salarissen, onderworpen zijn aan jaarlijkse indexeringen, wat dus betekent dat de andere uitgaven nominaal zijn verlaagd; merkt op dat dit mogelijk was dankzij structurele hervormingen en besparingen die tijdens de afgelopen jaren werden verwezenlijkt;