2. Member States shall establish appropriate levels of protection specific to each river basin, sub basin or stretch of coastline, focusing on the reduction of the probability of flooding and of potential consequences of flooding to human health, the environment and economic activity, and taking into account relevant aspects: water management, soil management, spatial planning, land use and nature conservation.
2. De lidstaten stellen adequate, op elk stroomgebied, deelstroomgebied en kustgebied afgestemde beschermingsniveaus vast aan de hand waarvan met name de kans op overstromingen en de potentiële gevolgen van overstromingen voor de gezondheid van de mens, het milieu en de economische bedrijvigheid worden verminderd, en waarin rekening wordt gehouden met een aantal relevante aspecten, zoals waterbeheer, bodembeheer, ruimtelijke ordening, grondgebruik en natuurbehoud.