L’épaississement de la nourriture (par exemple avec de la farine de graines de caroube, de l’amidon de riz ou de maïs) n’a qu’un effet limité sur le nombre de régurgitations, et il n’est pas possible de se prononcer en faveur d’un épaississant en particulier.
Indikken van de voeding (bv. met johannesbroodpitmeel, rijstzetmeel, maïszetmeel) heeft slechts een beperkte invloed op het aantal regurgitaties, en het is onmogelijk om een uitspraak te doen over de keuze van het indikkingsmiddel.