Vertaling van "acroléine " (Frans → Nederlands) :

- L’acroléine constitue un adduit protéine-carbonyl très réactif (3-formyl-3,4-déhydropipéridinolysine), qui inhibe les enzymes thioldépendants et forme des liaisons covalentes avec le GSH.
- Acroleïne vormt een zeer reactief eiwit-carbonyl adduct (3-formyl-3,4-dehydropiperidinolysine), dat thiol-afhankelijke enzymes remt en covalente bindingen aangaat met GSH.

En ce qui concerne la formation purement oxydative, on peut faire référence à une étude réalisée sur de l’huile de foie de morue, conservée à 25°C durant 14 semaines où l’on a constaté une augmentation de la teneur en acroléine de 42 à 152 ppb.
Wat betreft de louter oxidatieve vorming kan verwezen worden naar een studie uitgevoerd op levertraan, bewaard bij 25°C gedurende 14 weken waarbij een verhoging van het acroleïnegehalte vastgesteld werd van 42 tot 152 ppb.

Il pourrait donc être pertinent de déterminer la teneur en acroléine de certains compléments alimentaires (p. ex. capsules).
Het zou dus relevant kunnen zijn om het acroleïnegehalte te bepalen van bepaalde voedingssupplementen (vb. capsules).

3) les aldéhydes dérivés des acides gras polyinsaturés oxydés, parmi lesquels le 4-hydroxy-2- nonénal (4-HNE), le malondialdéhyde (MDA) et l’acroléine.
3) aldehyden afgeleid van geoxideerde poly-onverzadigde vetzuren, waaronder 4-hydroxy-2- nonenal (4-HNE), malondialdehyde (MDA) en acroleïne.

Un autre aldéhyde volatil formé durant l’oxydation des acides gras polyinsaturés est l’acroléine.
Een ander vluchtig aldehyde dat gevormd wordt tijdens de oxidatie van poly-onverzadigde vetzuren is acroleïne.

L’hydroxyalkénal et l’acroléine surtout sont les plus toxiques (Salvayre et al., 2002).
Vooral hydroxyalkenal en acroleïne zijn het meest toxisch (Salvayre et al., 2002).

Les aldéhydes (MDA, acroléine, crotonaldéhyde, 4-HNE) réagissent avec les groupements thiol libres (glutathion et autres thiols) et avec les groupements α-amine (lysine) et imidazole (histidine) dans les protéines.
Aldehyden (MDA, acroleïne, crotonaldehyde, 4-HNE) reageren met vrije thiolgroepen (glutathion en andere thiolen) en met α-aminogroepen (lysine) en imidazolgroepen (histidine) in eiwitten.