bradycardie, arythmies, bloc auriculo-ventriculaire avec syncope, collapsus circulatoire, insuffisance cardiaque congestive, aggravation d’une coronaropathie, thrombophlébite, thromboembolie (par ex., embolie pulmonaire).
Hartaandoeningen Zelden: geleidingsstoornissen; hypertensie of hypotensie. Zeer zelden: bradycardie, aritmieën, atrio-ventriculair block met syncope, circulatoire collaps, congestieve hartinsufficiëntie, verergering van een coronaropathie, thromboflebitis, trombo-embolie (bv. longembolie).