Vertaling van "cas de chirurgie othopédique " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

service de chirurgie buccale
afdeling mond-, kaak- en aangezichtschirurgie

service de chirurgie gastro-intestinale
afdeling gastro-intestinale chirurgie

service de chirurgie de la main
afdeling handchirurgie

service de chirurgie cardiaque
afdeling hartchirurgie

agrafeuse à usage unique pour chirurgie des hémorroïdes
chirurgisch nietapparaat voor hemorroïden voor eenmalig gebruik

système de chirurgie stéréotaxique ORL
systeem voor stereotactische nko-chirurgie

service de chirurgie mammaire
afdeling borstchirurgie

fraise pour chirurgie générale/plastique
boor voor algemene of plastische chirurgie

service de chirurgie
afdeling chirurgie

agrafeuse réutilisable pour chirurgie des hémorroïdes
herbruikbaar chirurgisch nietapparaat voor hemorroïden

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Le rivaroxaban (Xarelto®, compr. à 10 mg) est actuellement enregistré pour la prévention primaire des TEV en cas de chirurgie othopédique programmée pour une prothèse totale de la hanche ou du genou.
Rivaroxaban (Xarelto®, compr. aan 10 mg) is op dit ogenblik geregistreerd voor de primaire preventie van VTE bij electieve orthopedische chirurgie voor totale heup- of knieprothese.

140 Médecin spécialiste en chirurgie 146 Médecin spécialiste en chirurgie et gynécologie-obstétrique 149 Médecin spécialiste en chirurgie, porteur du titre professionnel particulier en médecine d’urgence 151 Médecin spécialiste en chirurgie et chirurgie orthopédique 152 Médecin spécialiste en chirurgie et stomatologie 153 Médecin spécialiste en chirurgie et F et P 154 Médecin spécialiste en chirurgie et chirurgie orthopédique + F et P 157 Médecin spécialiste en chirurgie et pneumologie 162 Médecin spécialiste en chirurgie et neuropsychiatrie 166 Médecin spécialiste en chirurgie et médecine physique + F et P 340 Médecin spécialiste en gynécologie obstétrique 341 Médecin spécialiste en gynécologie obstétrique et anatomie pathologique 369 Médecin spécialiste en gynécologie obstétrique et radiothérapie 495 Médecin spécialiste en chirurgie orthopédique et médecine physique et réadaptation et F et P 496 Médecin spécialiste en chirurgie orthopédique en médecine physique et réadaptation 566 Médecin spécialiste en dermato-vénéréologie et médecine physique et réadaptation 569 Médecin spécialiste en dermato-vénéréologie et radiothérapie 573 Médecin spécialiste en médecine interne, gériatrie et endocrino-diabétologie 580 Médecin spécialiste en médecine interne 581 Médecin spécialiste en médecine interne porteur du titre professionnel particulier en gériatrie 582 Médecin spécialiste en médecine interne et médecine nucléaire in vitro 583 Médecin spécialiste en médecine interne, porteur du titre professionnel particulier en endocrino-diabétologie
140 Geneesheer-specialist voor heelkunde 146 Geneesheer-specialist voor heelkunde en gynecologie-verloskunde 149 Geneesheer-specialist voor heelkunde,houder van de bijzondere beroepstitel in de urgentiegeneeskunde 151 Geneesheer-specialist voor heelkunde en orthopedische heelkunde 152 Geneesheer-specialist voor heelkunde en stomatologie 153 Geneesheer-specialist voor heelkunde en F en P 154 Geneesheer-specialist voor heelkunde en orthopedische heelkunde + F en P 157 Geneesheer-specialist voor heelkunde en pneumologie 162 Geneesheer-specialist voor heelkunde en neuropsychiatrie 166 Geneesheer-specialist voor heelkunde en fysische geneeskunde + F en P 340 Geneesheer-specialist voor gynecologie en verloskunde 341 Geneesheer-specialist voor gynecologie en verloskunde en pathologische anatomie 369 Geneesheer-specialist voor gynecologie en verloskunde en radiotherapie 495 Geneesheer-specialist voor orthopedische heelkunde en fysische geneeskunde en revalidatie en F en P 496 Geneesheer-specialist voor orthopedische heelkunde en fysische geneeskunde en revalidatie 566 Geneesheer-specialist voor dermato-venereologie en fysische geneeskunde en revalidatie 569 Geneesheer-specialist voor dermato-venereologie en radiotherapie 573 Geneesheer-specialist voor inwendige geneeskunde,geriatrie en endocrino-diabetologie 580 Geneesheer-specialist voor inwendige geneeskunde 581 Geneesheer specialist voor inwendige geneeskunde,houder van de bijzondere beroepsbekwaming in de geriatrie 582 Geneesheer-specialist voor inwendige geneeskunde en nucleaire geneeskunde in vitro 583 Geneesheer specialist voor inwendige geneeskunde,houder van de bijzondere beroepsbekwaming in de endocrino-diabetologie

Chirurgie générale, Neurochirurgie, Chirurgie plastique, Chirurgie abdominale , Chirurgie thoracique, Chirurgie des vaisseaux 01-01-2005
Algemene heelkunde, neurochirurgie, plastische heelkunde , heelkunde op het abdomen, thorax en bloedvaten 01-01-2005

Chirurgie générale, Neurochirurgie, Chirurgie plastique, Chirurgie abdominale , Chirurgie thoracique, Chirurgie des vaisseaux 01-02-2013 - 01-01-2013
Algemene heelkunde, neurochirurgie, plastische heelkunde , heelkunde op het abdomen, thorax en bloedvaten 01-02-2013 - 01-01-2013

Quatre études randomisées en double aveugle ont comparé le rivaroxaban (10 mg p.j) à l’énoxaparine (30 ou 40 mg p.j) en prévention des évènements thrombo-emboliques veineux après chirurgie de la hanche (les études Record I et II) et après chirurgie du genou (les études Record III et IV).
In vier gerandomiseerde dubbelblinde studies werd rivaroxaban (10 mg p.d) vergeleken met enoxaparine (30 of 40 mg p.d) ter preventie van veneuze tromboembolische events na heupchirurgie (Record I- en II-studies) en na kniechirurgie (Record III- en IV-studies).

Les études réalisées en prévention des évènements thromboemboliques veineux après chirurgie de la hanche (l’étude Re-Novate) et après chirurgie du genou (l’étude Re-Model) n’ont pas montré d’efficacité supérieure du dabigatran (150 ou 220 mg p.j) par rapport à l’énoxaparine (40 mg p.j) en ce qui concerne la mortalité globale, l’incidence des embolies pulmonaires et des thromboses veineuses profondes symptomatiques.
In de studies uitgevoerd ter preventie van veneuze tromboembolische events na heupchirurgie (Re-Novate studie) en na kniechirurgie (Re-Model studie) was dabigatran (150 of 220 mg p.d) niet doeltreffender dan enoxaparine (40 mg p.d) wat betreft de globale mortaliteit, en het optreden van longembool en van symptomatische diepe veneuze trombo-embolie.

Les études réalisées en prévention des évènements thrombo-emboliques veineux après chirurgie de la hanche (l’étude Re-Novate) et après chirurgie du genou (l’étude Re-Model) n’ont pas montré d’efficacité supérieure du dabigatran (150 ou 220 mg p.j) par rapport à l’énoxaparine (40 mg p.j) en ce qui concerne la mortalité globale, l’incidence des embolies pulmonaires et des thromboses veineuses profondes symptomatiques.
In de studies uitgevoerd ter preventie van veneuze trombo-embolische events na heupchirurgie (Re-Novate studie) en na kniechirurgie (Re-Model studie) was dabigatran (150 of 220 mg p.d) niet doeltreffender dan enoxaparine (40 mg p.d) wat betreft de globale mortaliteit, en het optreden van longembool en van symptomatische diepe veneuze trombo-embolie.

Quatre études randomisées en double aveugle ont comparé le rivaroxaban (10 mg p.j) à l’énoxaparine (30 ou 40 mg p.j) en prévention des évènements thrombo-emboliques veineux après chirurgie de la hanche (les études Record I et II) et après chirurgie du genou (les études Record III et IV).
In vier gerandomiseerde dubbelblinde studies werd rivaroxaban (10 mg p.d) vergeleken met enoxaparine (30 of 40 mg p.d) ter preventie van veneuze trombo-embolische events na heupchirurgie (Record I- en IIstudies) en na kniechirurgie (Record III- en IV-studies).

Quatre études randomisées en double aveugle ont comparé le rivaroxaban (par voie orale) à l’énoxaparine (par voie sous-cutanée) en prévention des TEV après chirurgie de la hanche (les études Record I et II) et après chirurgie du genou (les études Record III et IV).
In vier dubbelblinde gerandomiseerde studies werd rivaroxaban (oraal) vergeleken met enoxaparine (subcutaan) voor de preventie van VTE na heupchirurgie (de Record I- en II-studies) en na kniechirurgie (de Record III- en IV-studies).

- Une prophylaxie peut être envisagée chez les patients à risque lors des interventions suivantes: cystoscopie ou examen urodynamique en cas d’infection urinaire, biopsie de la prostate ou des voies urinaires, chirurgie prostatique, dilatation uréthrale, dilatation œsophagienne, sclérose de varices œsophagiennes, interventions (endoscopiques ou chirurgicales) pour obstruction des voies biliaires, interventions gynécologiques en cas d'infection, chirurgie avec incision de la muqueuse intestinale, y compris une intervention pour une cholécystite ou l’ouverture d’un trajet de fistules anales.
- Profylaxis kan overwogen worden bij de risicopatiënten, bij volgende ingrepen: cystoscopie of urodynamisch onderzoek in geval van urineweginfectie, biopsie van de prostaat of de urinewegen, prostaatchirurgie, urethradilatatie, slokdarmdilatatie, sclerosering van slokdarmvarices, ingrepen (endoscopisch of chirurgisch) voor galwegobstructie, gynaecologische ingrepen in geval van infectie, chirurgie met incisie van de intestinale mucosa met inbegrip van een ingreep voor cholecystitis en het openen van een anaal fisteltraject.