Le céfépime peut être administré par voie intraveineuse ou intramusculaire après reconstitution (voir rubrique 6.6 Instructions pour l’utilisation et la manipulation). La posologie et la voie d’administration varient en fonction de :
Cefepime kan intraveneus of intramusculair worden toegediend, na wedersamenstelling (zie rubriek 6.6 Instructies voor gebruik en verwerking) De dosering en de toedieningsweg variëren naargelang van