Traduction de «cérébrale par voie » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

Définition: Les troubles schizophréniques se caractérisent habituellement par des distorsions fondamentales et caractéristiques de la pensée et de la perception, ainsi que par des affects inappropriés ou émoussés. La clarté de l'état de conscience et les capacités intellectuelles sont habituellement préservées, bien que certains déficits des fonctions cognitives puissent apparaître au cours de l'évolution. Les phénomènes psychopathologiques les plus importants sont: l'écho de la pensée, les pensées imposées et le vol de la pensée, la divulgation de la pensée, la perception délirante, les idées délirantes de contrôle, d'influence ou de passivité, les hallucinations dans lesquelles des voix parlent ou discutent du sujet à la troisième personne, les troubles du cours de la pensée et les symptômes négatifs. L'évolution des troubles schizophréniques peut être continue, épisodique avec survenue d'un déficit progressif ou stable, ou bien elle peut comporter un ou plusieurs épisodes suivis d'une rémission complète ou incomplète. On ne doit pas faire un diagnostic de schizophrénie quand le tableau clinique comporte des symptômes dépressifs ou maniaques importants, à moins d'être certain que les symptômes schizophréniques précédaient les troubles affectifs. Par ailleurs, on ne doit pas porter un diagnostic de schizophrénie quand il existe une atteinte cérébrale manifeste ou une intoxication par une drogue ou un sevrage à une drogue. Des troubles semblables apparaissant au cours d'une épilepsie ou d'une autre affection cérébrale, sont à coder en F06.2, ceux induits par des substances psycho-actives étant à classer en F10-F19 avec le quatrième chiffre .5.
Omschrijving: De schizofrene stoornissen worden in het algemeen gekarakteriseerd door fundamentele en kenmerkende verstoringen van denken en waarneming en door een inadequaat of vlak affect. Helder bewustzijn en intellectueel vermogen zijn doorgaans behouden, zij het dat bepaalde cognitieve tekortkomingen zich in de loop des tijds kunnen ontwikkelen. De belangrijkste psychopathologische verschijnselen omvatten 'Gedankenlautwerden'; gedachteninbrenging of -onttrekking; gedachtenuitzending; waanwaarneming en wanen omtrent het onder controle van derden staan; macht of passiviteit; gehallucineerde stemmen die de patiënt bekritiseren of over deze praten in de derde persoon; denkstoornissen en negatieve symptomen. | Het beloop van schizofrene stoornissen kan ononderbroken zijn, episodisch met toenemend of stabiel functieverlies of er kunnen een of meer episoden zijn met volledige of gedeeltelijke remissie. De diagnose van schizofrenie dient niet gesteld te worden in de aanwezigheid van uitgebreide depressieve of manische symptomen, tenzij het duidelijk is dat schizofrene symptomen aan de affectieve stoornis voorafgingen. Ook dient schizofrenie niet gediagnosticeerd te worden in de aanwezigheid van een duidelijke hersenaandoening of tijdens toestanden van intoxicatie met drugs of van onthouding van drugs. Gelijkvormige stoornissen die ontstaan in de aanwezigheid van epilepsie of een andere hersenaandoening dienen geklasseerd te worden onder F06.2 en die welke teweeg-gebracht worden door psychoactieve middelen onder F10-F19 met gemeenschappelijk vierde-teken .5.

Compression cérébrale traumatique SAI Contusion | Lacération | cérébrale SAI
hersen | contusie NNO | hersen | laceratie NNO | traumatische compressie van hersenen NNO

Ischémie cérébrale transitoire SAI Spasme de l'artère cérébrale
spasme van cerebrale arterie | voorbijgaande cerebrale-ischemie NNO

paradoxal (sommeil-) | à activité cérébrale rapide (sommeil-)
paradoxaal | in strijd met de verwachting

électroencephalographie | enregistrement des impulsions électriques produites par l'activité cérébrale
elektro-encefalografie | beeld van de elektrische hersenstroom

commotion | commotion (cérébrale)
commotio | schudding

insertion d'une voie respiratoire artificielle
inbrengen van kunstmatige luchtweg

agression par voie de force
aanval door vastbinden

obturateur œsophagien/voie respiratoire trachéale réutilisable
herbruikbare tracheale beademingsbuis met afsluiting van oesofagus

obturateur œsophagien/voie respiratoire trachéale à usage unique
tracheale beademingsbuis met afsluiting van oesofagus voor eenmalig gebruik

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Des macaques ayant reçu 5 g de préparation homogénisée cérébrale par voie orale ne sont morts qu’après 49 mois alors que le singe qui a reçu 4 mg de préparation homogénisée cérébrale par voie intraveineuse est mort après 38 mois (dose 1.000 fois plus élevée et 10 mois de plus d’incubation par voie orale que par voie intraveineuse) (Herzog et al., 2004).
Makaken die 5 g homogenaat oraal kregen toegediend, stierven pas na 49 maanden, terwijl de aap die 4 mg homogenaat intraveneus kreeg, na 38 maanden stierf (1.000 maal hogere dosis en 10 maanden langere incubatietijd oraal dan intraveneus) (Herzog et al., 2004).

465054 465065 Angiographie cérébrale par voie vertébrale isolée, minimum 3 clichés 465076 465080 Angiographie cérébrale par voie vertébrale isolée, minimum deux incidences différentes et 10 clichés
465076 465080 Cerebrale angiografie langs geïsoleerde vertebrale weg, minimum twee verschillende invalshoeken en 10 clichés

454053 454064 Angiographie cérébrale par voie vertébrale isolée, minimum 3 clichés 454075 454086 Angiographie cérébrale par voie vertébrale isolée, minimum deux incidences différentes et 10 clichés
464074 464085 Angiocardiopneumografie, een invalshoek, minimum zes clichés 464096 464100 Angiocardiopneumografie, maximum voor het ganse onderzoek, twee of meer invalshoeken (minimum zes clichés per invalshoek)

454075 454086 Angiographie cérébrale par voie vertébrale isolée, minimum deux incidences différentes et 10 clichés .
454075 454086 Cerebrale angiografie langs geïsoleerde vertebrale weg, minimum twee verschillende invalshoeken en 10 clichés

465076 465080 Angiographie cérébrale par voie vertébrale isolée, minimum deux incidences différentes et 10 clichés
465076 465080 Cerebrale angiografie langs geïsoleerde vertebrale weg, minimum twee verschillende invalshoeken en 10 clichés

454075 454086 Angiographie cérébrale par voie vertébrale isolée, minimum deux incidences différentes et 10 clichés
454075 454086 Cerebrale angiografie langs geïsoleerde vertebrale weg, minimum twee verschillende invalshoeken en 10 clichés

465054 465065 Angiographie cérébrale par voie vertébrale isolée, minimum 3 clichés
465054 465065 Cerebrale angiografie langs de geïsoleerde arteria vertebralis, minimum drie clichés

454053 454064 Angiographie cérébrale par voie vertébrale isolée, minimum 3 clichés
454053 454064 Cerebrale angiografie langs de geïsoleerde arteria vertebralis, minimum drie clichés