Quel que soit le (sous-)groupe retenu, les affiliés traités pour un cancer, les malades cardiaques, les affiliés atteints de BPCO, d’une maladie pancréatique exocrine, d’une psychose (> 70 ans), de Parkinson, d’Alzheimer, d’insuffisance rénale chronique ou d’une maladie rare présentent un taux de décès élevé comparé à la moyenne du (sous-)groupe.
Ongeacht de gekozen (deel)groep, is het zo dat leden die behandeld worden omwille van kanker of hartziekten en leden die lijden aan COPD, een exocriene pancreasaandoening, een psychose (> 70 jaar), Parkinson, Alzheimer, chronische nierinsufficiëntie of een zeldzame ziekte een hoger overlijdenspercentage vertonen dan het gemiddelde van hun (deel)groep.