Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Aigu
Côlon irritable
Diarrhée
Dyslexie de développement Retard spécifique de lecture
Dyspepsie
Dysurie
Exposition à une infection génitale non spécifique
Exposition à urétrite non spécifique
Flatulence
Gastrique
Hoquet
Hyperventilation
Mictions fréquentes
Névrose cardiaque
Pneumonie interstitielle non spécifique
Proctite ulcéreuse non spécifique
Psycho-organique
Psychose infectieuse
Réaction organique
Spasme du pylore
Syndrome cérébral
Syndrome de Da Costa
Toux
état confusionnel

Traduction de «inhibiteur non spécifique » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
Définition: La caractéristique essentielle est une altération spécifique et significative de l'acquisition de la lecture, non imputable exclusivement à un âge mental bas, à des troubles de l'acuité visuelle ou à une scolarisation inadéquate. Les capacités de compréhension de la lecture, la reconnaissance des mots, la lecture orale et les performances dans les tâches nécessitant la lecture, peuvent, toutes, être atteintes. Le trouble spécifique de la lecture s'accompagne fréquemment de difficultés en orthographe, persistant souvent à l'adolescence, même quand l'enfant a pu faire quelques progrès en lecture. Les enfants présentant un troub ...[+++]

Omschrijving: Het voornaamste kenmerk is een specifieke en belangrijke stoornis van de ontwikkeling van leesvaardigheden die niet wordt verklaard door alleen de verstandelijke leeftijd, visusproblemen of inadequaat onderwijs. Begrijpend lezen, woordbeeldherkenning, hardop lezen en de uitvoering van taken die lezen vereisen kunnen allemaal zijn aangetast. Spellingsmoeilijkheden zijn vaak verbonden met een specifieke leesstoornis en duren dikwijls voort tot in de adolescentie zelfs nadat er enige vooruitgang met lezen is geboekt. Specifieke ontwikkelingsstoornissen met betrekking tot lezen hebben gewoonlijk een voorgeschiedenis van stoorni ...[+++]


Définition: La caractéristique essentielle est une altération spécifique et significative du développement des performances en orthographe, en l'absence d'antécédents d'un trouble spécifique de la lecture et non imputable à un âge mental bas, à des troubles de l'acuité visuelle, ou à une scolarisation inadéquate. Les capacités à épeler oralement et à écrire correctement les mots sont toutes deux affectées. | Retard spécifique de l'orthographe (sans trouble de la lecture)

Omschrijving: Dit is een stoornis waarin het voornaamste kenmerk wordt gevormd door een specifieke en belangrijke stoornis van de ontwikkeling van spellingsvaardigheden in afwezigheid van een voorgeschiedenis met een specifieke leesstoornis en die niet alleen kan worden verklaard door een lage verstandelijke-leeftijd, visusproblemen of inadequaat onderwijs. Het vermogen om hardop te spellen en de woorden juist te schrijven zijn beide aangetast. | Neventerm: | specifieke spellingsachterstand (zonder leesstoornis)


Définition: Cette catégorie concerne des troubles de la personnalité, souvent gênants, mais ne présentant pas les caractéristiques symptomatiques spécifiques de l'un quelconque des troubles décrits en F60.-. De ce fait, le diagnostic de ces troubles soulève souvent des difficultés. Exemples: modifications gênantes de la personnalité, non classables en F60.- ou F62.-, et considérées comme accessoires comparativement à un diagnostic principal de trouble affectif ou anxieux concomitant | troubles mixtes de la personnalité avec présence de caractéristiques appartenant à plusieurs des troubles décrits en F60.-, mais sans prédominance d'un gro ...[+++]

Omschrijving: Deze categorie is bedoeld voor persoonlijkheidsstoornissen die dikwijls problemen veroorzaken, maar niet het specifieke symptomenpatroon laten zien dat de stoornissen kenmerkt die zijn beschreven onder F60.-. Dientengevolge zijn ze vaak lastiger te diagnosticeren dan de stoornissen uit F60.-. | Voorbeelden zijn onder meer | gemengde persoonlijkheidsstoornissen met kenmerken van verscheidene van de stoornissen uit F60.-, maar zonder een op de voorgrond staand symptomencomplex dat een specifiekere diagnose toelaat | Voorbeelden zijn onder meer | storende persoonlijkheidsveranderingen, niet geclassificeerd onder F60.- of F62.- ...[+++]


Définition: Le patient attribue ses symptômes au trouble somatique d'un système ou d'un organe innervé et contrôlé, en grande partie ou entièrement, par le système neurovégétatif: système cardio-vasculaire, gastro-intestinal, respiratoire, et urogénital. Les symptômes sont habituellement de deux types, aucun des deux n'évoquant un trouble somatique de l'organe ou du système concerné. Le premier type concerne des plaintes en rapport avec des signes objectifs d'un hyperfonctionnement neurovégétatif, par exemple des palpitations, une transpiration, des bouffées de chaleur ou de froid, des tremblements, ainsi que des manifestations traduisan ...[+++]

Omschrijving: De klachten worden door de patiënt gebracht alsof ze het gevolg zijn van een lichamelijke ziekte van een orgaansysteem of orgaan dat grotendeels of volledig onder autonome innervatie en controle staat, d.w.z. het cardiovasculaire, gastro-intestinale, respiratoire en urogenitale systeem. De klachten zijn doorgaans van twee typen, die geen van beide duiden op een lichamelijke stoornis van het betrokken orgaan of systeem. Ten eerste zijn er klachten op grond van objectieve symptomen van autonome prikkeling, zoals hartkloppingen, zweten, blozen, tremor en de uiting van angst en verontrusting over de mogelijkheid van een lichamelijke ziekte. Ten tweede zijn er subjectieve klachten van niet-specifiek ...[+++]


Définition: Syndrome cérébral organique sans étiologie spécifique, caractérisé par la présence simultanée de perturbations de la conscience et de l'attention, de la perception, de l'idéation, de la mémoire, du comportement psychomoteur, des émotions, et du rythme veille-sommeil. La durée est variable et le degré de gravité varie de léger à très sévère. | état confusionnel (non alcoolique) | psychose infectieuse | réaction organique | syndrome:cérébral | psycho-organique | aigu(ë) ou subaigu(ë)

Omschrijving: Een etiologisch niet specifiek organisch-psychosyndroom gekenmerkt door gelijktijdig optredende stoornissen van bewustzijn en aandacht, waarneming, denken, geheugen, psychomotoriek, emoties en het slaap-waakritme. De duur varieert en de mate van ernst loopt van licht tot zeer ernstig. | acuut of subacuut | hersensyndroom | acuut of subacuut | organische reactie | acuut of subacuut | psycho-organisch syndroom | acuut of subacuut | psychose door infectieziekte | acuut of subacuut | verwardheidstoestand (niet-alcoholisch)




exposition à une infection génitale non spécifique

blootstelling aan aspecifieke genitale infectie






Définition: Altération résiduelle du comportement, non spécifique et variable, après guérison d'une encéphalite virale ou bactérienne. Le syndrome est réversible, ce qui constitue la principale différence entre ce tableau et les troubles organiques de la personnalité.

Omschrijving: Resterende niet-specifieke en variabele gedragsverandering volgend op herstel van virale of bacteriële encefalitis. Het belangrijkste verschil tussen deze aandoening en de organische persoonlijkheidsstoornissen is dat het omkeerbaar is.
TRADUCTIONS EN CONTEXTE
Les études d’interaction avec la cimétidine (inhibiteur non spécifique des cytochromes P 450) et la rifampicine (inducteur non spécifique des cytochromes P 450) montrent, qu’ in vivo, les enzymes CYP ne sont que faiblement impliquées dans le métabolisme du léflunomide.

Interactiestudies met cimetidine(een niet-specifieke remmer van cytochroom P450) en rifampicine (een stof die cytochroom P450 niet-specifiek induceert) geven aan dat in vivo CYP enzymen enigszins betrokken zijn bij het metabolisme van leflunomide.


Les études d’interaction avec la cimétidine (inhibiteur non spécifique du cytochrome P 450) et la rifampicine (inducteur non spécifique du cytochrome P 450) montrent qu’in vivo, les enzymes CYP n’interviennent que faiblement dans le métabolisme du léflunomide.

In interactiestudies met cimetidine (een aspecifieke cytochroom P450-remmer) en rifampicine (aspecifieke cytochroom P450-inductor) werd vastgesteld dat CYP-enzymen in vivo slechts een beperkte rol spelen bij het metabolisme van leflunomide.


Chez le volontaire sain, l’administration conjointe de sildénafil (50 mg) et de cimétidine (800 mg), un inhibiteur du cytochrome P450 et un inhibiteur non spécifique du CYP3A4, a entraîné une augmentation de 56% des concentrations plasmatiques du sildénafil.

Cimetidine (800 mg), een cytochroom P450- remmer en een niet-specifieke CYP3A4-remmer, veroorzaakte een stijging van de sildenafilplasmaconcentraties met 56%, wanneer het gelijktijdig met sildenafil (50 mg) werd toegediend aan gezonde vrijwilligers.


Chez le volontaire sain, l’administration conjointe de sildénafil par voie orale (50 mg) et de cimétidine (800 mg), un inhibiteur du cytochrome P450 et un inhibiteur non spécifique du CYP3A4, a entraîné une augmentation de 56 % des concentrations plasmatiques du sildénafil.

Cimetidine (800 mg), een cytochroom P450-remmer en een niet-specifieke CYP3A4-remmer veroorzaakte een 56% toename van de plasmaconcentraties van sildenafil wanneer het samen met orale sildenafil (50 mg) werd toegediend aan gezonde vrijwilligers.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Chez le volontaire sain, l’administration conjointe de Sildenafil Sandoz (50 mg) et de cimétidine (800 mg), un inhibiteur du cytochrome P450 et un inhibiteur non spécifique du CYP3A4, a entraîné une augmentation de 56% des concentrations plasmatiques du sildénafil.

Cimetidine (800 mg), een cytochroom P450-remmer en een niet-specifieke CYP3A4-remmer, veroorzaakte een stijging van de plasmaconcentraties van sildenafil met 56% bij gelijktijdige


de cimétidine (800 mg), un inhibiteur du cytochrome P450 et un inhibiteur non spécifique du CYP3A4, a entraîné une augmentation de 56 % des concentrations plasmatiques du sildénafil.

Grapefruitsap is een zwakke remmer van het CYP3A4-darmwandmetabolisme en kan leiden tot een lichte stijging van de plasmaconcentraties van sildenafil.


Aucune donnée d'interaction entre le Sildenafil Sandoz et des inhibiteurs non spécifiques des phosphodiestérases tels que la théophylline ou le dipyridamole n'est disponible.

Er zijn geen gegevens over de interactie van sildenafil en aspecifieke fosfodiësteraseremmers zoals theofylline en dipyridamol.


1 G03AA PROGESTATIFS ET ESTROGENES, ASSOCIATIONS FIXES 17,9% 7.553 34,6% 57.373 49,5% 1 2 L02BG INHIBITEURS D'ENZYMES 11,9% 4.989 17,9% 1.314 1,1% 12 3 J02AC DERIVES TRIAZOLES 7,6% 3.217 11,9% 603 0,5% 18 4 G03DA DERIVES DU PREGNENE(4) 7,3% 3.072 66,1% 6.712 5,8% 4 5 G03DB DERIVES DU PREGNADIENE 5,6% 2.370 59,2% 3.749 3,2% 6 6 J07BM VACCINS CONTRE LE PAPILLOMAVIRUS 4,9% 2.072 8,0% 17 0,0% 100 7 M05BA BIPHOSPHONATES 3,2% 1.358 4,2% 1.443 1,2% 11 8 G03CA ESTROGENES NATURELS ET SEMISYNTHETIQUES, MONOCOMPOSES 3,0% 1.283 34,1% 10.223 8,8% 2 9 G03HB ANTIANDROGENES ET ESTROGENES 2,7% 1.118 33,7% 7.475 6,4% 3 10 L02BA ANTI‐ESTROGENES 2,7% 1.117 22,5% 1.875 1,6% 7 11 M05BB BIPHOSPHONATES, ASSOCIATIONS 2,4% 1.031 5,8% 1.071 0,9% 14 12 G03AB PROGESTAT ...[+++]

1 G03AA PROGESTAGENEN MET OESTROGENEN IN VASTE VERHOUDING 17,9% 7.553 34,6% 57.373 49,5% 1 2 L02BG ENZYMREMMERS 11,9% 4.989 17,9% 1.314 1,1% 12 3 J02AC TRIAZOLDERIVATEN 7,6% 3.217 11,9% 603 0,5% 18 4 G03DA PREGN‐4‐EEN DERIVATEN 7,3% 3.072 66,1% 6.712 5,8% 4 5 G03DB PREGNADIEENDERIVATEN 5,6% 2.370 59,2% 3.749 3,2% 6 6 J07BM PAPILLOMAVIRUSVACCINS 4,9% 2.072 8,0% 17 0,0% 100 7 M05BA BISFOSFONATEN 3,2% 1.358 4,2% 1.443 1,2% 11 8 G03CA NATUURLIJKE EN SEMISYNTHETISCHE OESTROGENEN, ENKELVOUDI 3,0% 1.283 34,1% 10.223 8,8% 2 9 G03HB ANTI‐ANDROGENEN MET OESTROGENEN 2,7% 1.118 33,7% 7.475 6,4% 3 10 L02BA ANTI‐OESTROGENEN 2,7% 1.117 22,5% 1.875 1,6% 7 11 M05BB BISFOSFONATEN, COMBINATIEPREPARATEN 2,4% 1.031 5,8% 1.071 0,9% 14 12 G03AB PROGESTAGENEN MET ...[+++]


DE LA BETALACTAMASE INCLUS 0,7% 311 256 0,2% 32 31 20 21 A02BC INHIBITEURS DE LA POMPE A PROTONS 0,7% 311 454 0,4% 20 23 21 24 D06BB ANTIVIRAUX 0,7% 293 106 0,1% 45 42 22 17 G03GA GONADOTROPHINES 0,7% 292 942 0,8% 16 13 23 22 J01FA MACROLIDES 0,7% 281 99 0,1% 47 45 24 27 J05AF INHIB. NUCLEOSIDIQUES ET NUCLEOTIDIQUES DE LA TRANSCRIPTASE REVERSE 0,6% 270 27 0,0% 83 83 25 25 G03GB INDUCTEURS DE L'OVULATION, SYNTHETIQUES 0,6% 238 1.835 1,6% 8 9 26 * J05AE INHIBITEURS DE LA PROTEASE 0,6% 238 18 0,0% 96 * 27 26 N06AB INHIBITEURS SELECTIFS DE LA RECAPTURE DE LA SEROTONINE 0,6% 232 358 0,3% 28 25 28 23 G03FB PROGESTATIFS ET ESTROGENES, ASSOCIATIONS SEQUENTIELLES 0,5% 226 1.531 1,3% 10 8 29 30 J01MA FLUOROQUINOLONES 0,5% 218 85 0,1% 55 53 30 33 J01X ...[+++]

1,0% 432 25 0,0% 86 * 18 18 C10AA HMG-CoA REDUCTASEREMMERS (STATINES) 1,0% 428 587 0,5% 19 19 19 20 J01CR COMBINATIEPREPARATEN VAN PENICILLINES, INCL. BETALACTAMASE-REMMERS 0,7% 311 256 0,2% 32 31 20 21 A02BC INHIBITOREN VAN DE PROTONPOMP 0,7% 311 454 0,4% 20 23 21 24 D06BB VIRUSTATICA 0,7% 293 106 0,1% 45 42 22 17 G03GA GONADOTROPINEN 0,7% 292 942 0,8% 16 13 23 22 J01FA MACROLIDEN 0,7% 281 99 0,1% 47 45 24 27 J05AF NUCLEOSIDE EN NUCLEOTIDE REVERSE TRANSCRIPTASEREMMERS 0,6% 270 27 0,0% 83 83 25 25 G03GB SYNTHETISCHE OVULATIESTIMULERENDE MIDDELEN 0,6% 238 1.835 1,6% 8 9 26 * J05AE PROTEASE-INHIBITOREN 0,6% 238 18 0,0% 96 * 27 26 N06AB SELECTIEVE SEROTONINE-HEROPNAMEREMMERS 0,6% 232 358 0,3% 28 25 28 23 G03FB PROGESTAGENEN MET OESTROGENEN, SE ...[+++]




datacenter (12): www.wordscope.be (v4.0.br)

inhibiteur non spécifique ->

Date index: 2021-08-03
w