L’énergie liée à l’activité physique augmente progressivement durant les premiers mois de vie (moins d’heures de sommeil, plus de mouvements, apprentissage de la marche, etc) et l’énergie de stockage de protéines et lipides diminue.
De energie verbonden aan de fysieke activiteit neemt geleidelijk toe tijdens de eerste levensmaanden (minder uren slaap, meer bewegen, leren stappen enz) en de energie voor de aanleg van eiwit en vetweefsel neemt af.