En raison du risque d'aggravation d'une maladie sous-jacente, l’alendronate doit être administré avec prudence chez les patientes présentant des troubles gastro-intestinaux préexistants, tels que dysphagie, maladie œsophagienne, gastrite, duodénite, ulcère ou affection gastro-intestinale sévère telle que ulcère gastroduodénal au cours des 12 derniers mois, hémorragie gastro-intestinale évolutive, ainsi que chez les patientes ayant subi une intervention chirurgicale du tractus gastrointestinal supérieur autre qu’une pyloroplastie (voir rubrique 4.3).
Gezien het risico van verergering van een onderliggende aandoening is voorzichtigheid geboden als alendronaat wordt toegediend aan pati
ënten met bestaande gastro-intestinale stoornissen, zoals dysfagie, een aandoening van de slokdarm, gastritis, duodenitis, ulcera of een ernstige maag-darmziekte zoals een peptisch ulcus de laatste 12 maanden, een actieve maag-darmbloeding of patiënten die een heelkundige ingreep van de hoge
gastro-intestinale tractus hebben ondergaan met uitzondering van een pyloroplastiek (zie rubriek 4.3). Bij patië
...[+++]nten met een bekende Barrettoesofagus dienen voorschrijvers bij elke patiënt rekening te houden met de voordelen en mogelijke risico’s van alendronaat.