Vertaling van "neutropénie la neuropathie sensorielle était aussi " (Frans → Nederlands) :

Neutropénie fébrile 0 (0,0) 0 (0,0) 2 (1,1) (0,0) Infection sans 0 (0) 0 (0,0) (0,0) 1 (0,6) neutropénie La neuropathie sensorielle était aussi plus fréquente dans le bras de l’association thérapeutique par rapport au bras du carboplatine en monothérapie
Febriele neutropenie 0 (0,0) 0 (0,0) 2 (1,1) (0,0) Infectie zonder 0 (0) 0 (0,0) (0,0) 1 (0,6) neutropenie Sensorische neuropathie kwam ook vaker voor in de combinatiearm dan bij gebruik van alleen carboplatine.

La neuropathie sensorielle était également plus fréquente dans le bras association que sous le seul agent carboplatine.
Sensorische neuropathie kwam ook vaker voor in de combinatiearm dan bij gebruik van alleen carboplatine.

Affections du système nerveux On a observé qu'une neuropathie sensorielle périphérique était toujours en cours pendant la période de suivi chez 12 patientes sur les 73 présentant une neuropathie sensorielle périphérique à la fin de la chimiothérapie.
Zenuwstelselaandoeningen Perifeer sensorische neuropathie bleef aanhouden tijdens de follow-up periode bij 12 van de 83 patiënten met perifeer sensorische neuropathie aan het einde van de chemotherapie.

Fatigue 3 (1,2) 1 (0,4) 15 (5,7) 2 (0,8) Diarrhées 5 (1,9) 0 8(3,1) 0 Neuropathie motrice 2 (0,8) 0 6 (2,3) 1 (0,4) Neuropathie sensorielle 9 (3,5) 0 14 (5,3) 1 (0,4) * Une neutropénie de grade 4 d’une durée supérieure à 7 jours est survenue chez 12,6 % des patients dans le bras association contre 5,0 % dans le bras paclitaxel.
* Graad 4 neutropenie die langer dan 7 dagen aanhield, deed zich voor bij 12,6 % van de patiënten in de combinatiearm en bij 5,0 % van de patiënten in de arm met paclitaxel.

Neutropénie (G4: 51,5 %); Anémie (G3/4: 6,9 %); Thrombocytopénie (G4: 0,5 %) Neuropathie sensorielle périphérique (G3: 3,7 %) Neuropathie motrice périphérique (G3/4: 2 %) Nausées (G3/4: 9,6 %); Vomissements (G3/4: 7,6 %); Diarrhée (G3/4: 6,4 %); Stomatite (G3/4: 2 %) Alopécie; Troubles unguéaux (sévères 0,7 %); Réaction cutanée (G3/4: 0,2 %) Myalgie (sévère 0,5 %)
Perifeer sensorische neuropathie (G3: 3,7%); Perifeer motorische neuropathie (G3/4: 2%) Misselijkheid (G3/4: 9,6%); Braken (G3/4: 7,6%); Diarree (G3/4: 6,4%); Stomatitis (G3/4: 2%) Alopecia; Nagelaandoeningen (ernstig 0,7%); Huidreactie (G3/4: 0,2%) Myalgie (ernstig 0,5%)

Neutropénie (G3/4: 83,5 %) Anémie (G3/4: 12,4 %) Thrombocytopénie (G3/4: 4,0 %) Neutropénie fébrile Dysgueusie/Parosmie (G3/4: 0,4 %); Neuropathie sensorielle périphérique (G3/4: 1,2 %)
Onderzoeken Gewichtsafname Gewichtstoename Hartaandoeningen Aritmie (G3/4: 2,0%) Myocardischemie Bloed- en lymfestelselaandoeningen Neutropenie (G3/4:83,5%); Anemie (G3/4: 12,4%); Trombocytopenie (G3/4: 4,0%) Febriele neutropenie

Anémie (G3/4: 3 %); Neutropénie (G3/4: 59,2 %); Thrombocytopénie (G3/4: 1,6 %); Neutropénie fébrile (G3/4: SO) Dysgueusie (G3/4: 0,6 %); Neuropathie sensorielle périphérique (G3/4: 0,1 %)
Anemie (G3/4: 3%); Neutropenie (G3/4: 59,2%); Trombocytopenie (G3/4: 1,6%); Febriele neutropenie (G3/4: NA) Dysgeusie (G3/4: 0,6%);