Les effets indésirables les plus fréquents sont une neutropénie, une éosinophilie, une augmentation transitoire des enzymes hépatiques ou de la bilirubine, en particulier chez les patients avec maladie hépatique préexistante, mais il n'y a pas de signe de lésion du foie ni de réactions à l'endroit de l'injection.
De frequentste bijwerkingen zijn neutropenie, eosinofilie, voorbijgaande stijging van leverenzymen en bilirubine, vooral bij patiënten met een vooraf bestaande leverziekte, maar er zijn geen aanwijzingen van beschadiging van de lever en reacties op de plaats van injectie.