Respiration anormalement lente et/ou faible ou arrêt respiratoire temporaire ; spasmes des voies respiratoires et des cordes vocales ; hoquet, pouls lent, rapide ou irrégulier ; tension artérielle faible ou élevée ; raideur musculaire ou mouvements musculaires involontaires, y compris des mouvements lents, rigides ou saccadés.
4. MOGELIJKE BIJWERKINGEN Zoals elk geneesmiddel kan Rapifen bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken. De volgende bijwerkingen zijn mogelijk: Abnormaal langzame en/of zwakke ademhaling of een tijdelijke ademhalingsstilstand; spasmen van de luchtwegen en de stembanden; hikken; langzame, snelle of onregelmatige hartslag; lage of hoge bloeddruk; spierstijfheid of onvrijwillige spierbewegingen, waaronder langzame, rigide of schokkende bewegingen.