Traduction de «problème buccal était » (Français → Néerlandais) :

La part de personnes souffrant d’un problème buccal était la plus faible (20,5%) dans le groupe d’âge le plus âgé.
Het aandeel met een mondprobleem was het laagst (20,5%) in de oudste leeftijdsgroep.

La part de personnes âgées de 65 ans ou plus ayant indiqué ellesmêmes un problème buccal était supérieure parmi les personnes dont les soins étaient insuffisants, qui présentaient une affection des muqueuses ou avaient besoin d’un traitement prothétique.
Het aandeel personen van 65 jaar en ouder dat zelf een mondprobleem aangaf was groter bij de ouderen met onvoldoende verzorging, met slijmvliesaandoeningen en met prothetische behandelnood.

Comme le nombre de personnes de 65 ans ou plus qui ont signalé un problème buccal était extrêmement bas, ces résultats doivent être interprétés avec la réserve nécessaire.
Omdat het aantal personen van 65 jaar of ouder dat een esthetisch mondprobleem signaleerde zeer laag was, dienen deze resultaten met de nodige terughoudendheid geïnterpreteerd te worden.

Le problème buccal le plus fréquemment signalé était le ‘problème de mastication et d’élocution’ (degré de soins A, 52,4%), suivi par un ‘autre problème’ (degré de soins Cd, 45,8%).
Het meest vermelde mondprobleem was ‘probleem bij kauwen en spreken’ (zorggraad A, 52,4%) gevolgd door een ‘ander probleem’ (zorggraad Cd, 45,8%).

On a également constaté que la proportion d’adultes souffrant d’une lésion (mucosale) dans la bouche était significativement supérieure dans le groupe qui avait signalé un problème buccal (20%) que dans le groupe qui n’avait signalé aucun problème au niveau de la bouche (12%)(p=0,013).
Eveneens werd vastgesteld dat de proportie volwassenen met een (mucosale) laesie in de mond significant groter was bij de groep die een probleem in de mond rapporteerde (20%) in vergelijking met de groep die geen probleem in de mond meldde (12%)(p=0,013).

Parmi les personnes âgées dépendantes pour lesquelles on a trouvé un indice égal à 1, 17% ont indiqué elles-mêmes souffrir d’un problème buccal et parmi les personnes âgées dépendantes d’un indice de restauration inférieur à 1, cette part était deux fois plus élevée (35%).
Van de kwetsbare ouderen waarbij een restauratieve index gelijk aan 1 werd gevonden gaf 17% zelf aan een mondprobleem te hebben en van de ouderen met een restauratieve index kleiner dan 1 was dit aandeel dubbel zo groot (35%).

Le jour où le questionnaire a été complété, 29% des jeunes et 35% des adultes souffraient d’un problème buccal (Tableau 3.5.43) ; ni chez les jeunes, ni chez les adultes la différence entre garçons / hommes et filles / femmes n’était statistiquement significative.
Op de dag van het invullen van de vragenlijst had 29% van de jongeren en 35% van de volwassenen een probleem in de mond (Tabel 3.5.43); noch bij de jongeren noch bij de volwassenen was het verschil tussen jongens/mannen en meisjes/vrouwen statistisch significant.