Chez les femmes qui n’ont pas d’antécédents personnels d’accidents thromboemboliques veineux, mais dont un parent au premier degré a des antécédents de thrombose dans le jeune âge, un dépistage peut être proposé après une discussion détaillée de ses limites (seule une partie des anomalies thrombophiliques sont identifiées au dépistage).
Bij vrouwen zonder persoonlijke voorgeschiedenis van VTE, maar met een eerstegraads verwante met een geschiedenis van trombose op jonge leeftijd, kan een screening worden overwogen na zorgvuldige informatie over de beperkingen ervan (slechts een percentage van de trombofiele defecten wordt opgespoord met een screening).