7. Vérifiez que la seringue contient 1,0 ml d’eau, puis retirez l’aiguille du flacon (Il doit rester de l’eau dans le flacon).
7. Zorg ervoor dat 1,0 ml water in de spuit is en trek dan de naald uit de injectieflacon (Er zal water in de injectieflacon achterblijven).