Traduction de «qui est produit dans des cellules bactériennes selon » (Français → Néerlandais) :

l’interféron bêta 1b, qui est produit dans des cellules bactériennes selon des techniques de recombinaison génétique.
interferon-bèta-1b wordt geproduceerd in bacterieën met behulp van recombinante gentechnologie;

À l’opposé de Rebif et d’Avonex, Betaferon est produit par des cellules bactériennes et il diffère de la molécule naturelle à bien des égards.
In tegenstelling tot Rebif® en Avonex®, wordt Betaferon® aangemaakt in bacteriële cellen en verschilt het op enkele belangrijke punten van de natuurlijke molecule.

l’interféron bêta 1a, qui est produit dans des cellules « mammaliennes » selon des techniques de recombinaison génétique;
interferon-bèta-1a wordt geproduceerd in zoogdiercellen met behulp van recombinante gentechnologie;

Génotoxicité La lévofloxacine n’a pas produit de mutation génétique dans les cellules bactériennes ni mammifères mais a produit des aberrations chromosomiques dans des cellules pulmonaires de hamster chinois (CHL) in vitro à des concentrations supérieures ou égales à 100 µg/ml, en l’absence d’activation métabolique.
Genotoxiciteit Levofloxacine veroorzaakte geen genmutaties in bacteriële cellen of zoogdiercellen maar induceerde chromosoomafwijkingen in longcellen van de Chinese hamster (CHL) in vitro in concentraties vanaf 100 μg/ml, zonder metabole activering.

Un produit intermédiaire du procédé de fabrication, également présent dans la substance active finale (< 0,15 %) s'est révélé mutagène dans les essais in vitro sur cellules bactériennes (test d'Ames).
Eén tussenproduct in het productieproces, dat ook aanwezig is in het uiteindelijke werkzame bestanddeel (< 0,15 %), werd positief bevonden voor mutagenese in een in vitro bacteriecelbepaling (Amestest).

Anorexie (trouble de l’alimentation) Diarrhées – peuvent entraîner une déshydratation Cystite chimique (inflammation de la vessie) parfois hémorragique (présence de sang dans l’urine) après administration dans la vessie Alopécie (chute des cheveux) qui est normalement réversible Sepsie (infection bactérienne) Septicémie (infection bactérienne du sang) Ulcération et nécrose (mort de cellules/tissus) du colon (intestin) lorsque la doxorubicine est utilisée en association avec la cytarabine Phlébite Saignement gastro-intestinal Douleur abdominale Réaction d’hypersensibilité localisée du champ d’irradiation Déshydratation Leucémie secondaire (cancer du sang qui apparaît après le traitement pour un autre cancer) lorsque la doxorubicine est administrée avec des médicaments antinéoplasiques qui endommagent l’ADN Syndrome de lyse tumorale (complications de la chimiothérapie) Conjonctivite (inflammation de la couche la plus externe de l’œil) Urticaire Exanthème (type d’éruption cutanée) Réactions érythémateuses (symptômes similaires à ceux d’une éruption cutanée) le long de la veine utilisée pour l’injection Hyperpigmentation (zones foncées) de la peau et des ongles Onycholyse (décollement des ongles) Réaction anaphylactique (réactions allergiques sévères avec ou sans choc, notamment éruption cutanée, prurit (démangeaisons), fièvre et frissons) Tremblements Fièvre Étourdissement Thrombophlébite (inflammation d’une veine sous la peau) Thromboembolie (formation d’un caillot dans un vaisseau sanguin) Arythmie (battement cardiaque irrégulier) Insuffisance cardiaque (perte de la fonction cardiaque) Hyperuricémie (taux sanguin élevé d’acide urique) Bronchospasme (toux ou difficultés respiratoires en raison d’un rétrécissement brusque des voies aériennes) Pneumonite (inflammation du tissu pulmonaire) Aménorrhée (absence de règles) Oligospermie (diminution du nombre de spermatozoïdes) Azoospermie (absence totale de spermatozoïdes) Anémie (diminution du nombre de globules rouges) Une ...
sepsis (bacterie-infectie) bloedvergiftiging (bacterie-infectie in het bloed) zweren en necrose (afsterven van cellen/weefsel) in de dikke darm als het middel gebruikt wordt in combinatie met cytarabine flebitis bloedingen in het maagdarmkanaal buikpijn plaatselijke overgevoeligheidsreactie in het gebied dat bestraald is uitdroging secundaire leukemie (bloedkanker die zich ontwikkelt na behandeling voor een ander soort kanker) als het middel gebruikt wordt in combinatie met andere antineoplastische stoffen die het DNA beschadigen tumorlysesyndroom (complicaties van chemotherapie) conjunctivitis (ontsteking van het buitenste oogvlies) urticaria (galbulten) exantheem (een soort uitslag) erythemateuze reacties (symptomen die op uitslag lijken) langs de ader waarin de injectie heeft plaatsgevonden hyperpigmentatie (donkere vlekken) van de huid en nagels onycholyse (loslaten van de nagels) anafylactische reactie (ernstige allergische reacties met of zonder shock, waaronder huiduitslag, pruritis (jeuk), koorts en rillingen) rillen Koorts. duizeligheid tromboflebitis (ontsteking van de aderen onder de huid) trombo-embolie (bloedstolsel in een bloedvat) aritmie (onregelmatige hartslag) hartfalen (verlies van de hartfunctie) hyperuricemie (hoge urinezuurspiegel in het bloed) bronchospasme (hoesten of moeilijkheden bij de ademhaling vanwege plotselinge vernauwing van de luchtwegen) pneumonitis (ontsteking van het longweefsel) amenorroe (uitblijven van de menstruatie) oligospermie (laag spermavolume) azoöspermie (geen sperma) anemie (vermindering van het aantal rode bloedcellen) een stekend of branderig gevoel op de toedieningsplaats in verband met extravasatie.

Le CSS attire également l’attention sur les dispositions de l’article 1 er § 11° qui prévoit que l’AR ne s’applique pas notamment " aux organes, tissus ou cellules d’origine animale, sauf si le dispositif est fabriqué en utilisant du tissu d’origine animale rendu non-viable ou des produits nonviables dérivés de tissus d’origine animale" Le CSS réaffirme son opinion selon laquelle les dispositions générales du présent arrêté sont insuffisantes pour assurer de manière pertinente le contrôle de la qualité et de la sécurité de dispositifs médicaux implantables utilisant du tissu d’origine animale rendu non-viable ou des produits non-viables dérivés de tissus d’origine animale, y compris leur profil bénéfice/risque.
De HGR vestigt eveneens de aandacht op de beschikkingen van artikel 1 § 11° waarin voorzien wordt dat het KB niet van toepassing is onder andere " op transplantaten, weefsels of cellen van dierlijke oorsprong, tenzij een hulpmiddel is vervaardigd met dierlijk weefsel dat nietlevensvatbaar is gemaakt of met niet-levensvatbare producten die zijn afgeleid van dierlijk weefsel" . De HGR bevestigt hierbij zijn standpunt volgens welke de algemene beschikkingen van huidig besluit onvoldoende zijn om een relevante controle te verzekeren op de kwaliteit en de veiligheid van implanteerbare medische hulpmiddelen die niet-levensvatbaar gemaakt weefsel van dierlijke oorsprong of niet-levensvatbare producten die van dierlijk weefsel zijn afgeleid, gebruiken met inbegrip van hun benefit/risk profiel.