Très (agréable, compréhensible, intéressant), = 1, agréable, compréhensible, intéressant =2, peu (agréable, compréhensible, intéressant) = 3, pas du tout (agréable, compréhensible, intéressant) =4.
Zeer (aangenaam, begrijpelijk, interessant) = 1, Aangenaam, begrijpelijk, interessant = 2, weing (aangenaam, begrijpelijk, interessant) = 3, helemaal niet (aangenaam, begrijpelijk, interessant) =.