Des augmentations des taux d’azote uréique du sang et des taux sériques de créatinine ont été observées chez respectivement 2 % et 2 % des patients hypertendus recevant une monothérapie de quinapril, et chez respectivement 4 % et 3 % des patients hypertendus recevant un traitement par quinapril/HCTZ.
Deze verhoogde concentraties ureumstikstof in het bloed en serumcreatinine zijn waargenomen bij respectievelijk 2% en 2% van de hypertensiepatiënten die monotherapie met quinapril kregen, en bij respectievelijk 4% en 3% van de hypertensiepatiënten die quinapril/hydrochloorthiazide kregen.