En ce qui concerne plus spécifiquement la Belgique, et comme rappelé dans son précédent rapport sur les boissons énergisantes (CSS 8622, 2009), le CSS a émis en 1995 un avis défavorable sur une demande visant à utiliser la caféine à une teneur de 320 mg/l dans une boisson alors que la législation belge autorisait l’adjonction de caféine à raison de 150 mg/litre pour les limonades de type soft drinks (cola).
Meer specifiek voor België, heeft de HGR, zoals herhaald in zijn vorige verslag over energiedranken (HGR 8622, 2009), in 1995 een ongunstig advies uitgebracht op een vraag met betrekking tot de toestemming om cafeïne aan een hoeveelheid van 320 mg/liter in dranken te gebruiken, terwijl de Belgische wetgeving de toevoeging van cafeïne aan een gehalte van 150 mg/liter voor limonades van het type frisdranken (bijvoorbeeld: Coca Cola) toestond.