Traduction de «receveur d’os congelé frais dont » (Français → Néerlandais) :

Les 3 receveurs d’os lyophilisé, les 25 receveurs d’os traité à l’éthanol et le receveur d’os congelé frais dont la moelle osseuse a été éliminée étaient négatifs pour le HIV-1 (Simonds et al., 1992).
De 3 receptoren van gelyofiliseerd bot, de 25 receptoren van met ethanol behandeld bot en de receptor van vers ingevroren bot waaruit beenmerg verwijderd was, waren negatief voor HIV-1 (Simonds et al., 1992).

Les 4 receveurs d’organe (cœur, foie, rein gauche et rein droit) et 3 receveurs d’os congelé non traité (tête fémorale droite, tête fémorale gauche, tendon rotulien, fémur proximal) ont été infectés par le HIV-1 (Simonds et al., 1992; Asselmeier et al., 1993).
Alle 4 de orgaanreceptoren (hart, lever, linker- en rechternier) en 3 receptoren van ongeprocest diepgevrozen bot (linker- en rechterfemurkop, patellapees, proximale femur) werden geïnfecteerd met HIV-1 (Simonds et al., 1992; Asselmeier et al., 1993).

Tant les os congelés frais que les os traités par Clearant ® étaient ostéo-conducteurs et présentaient une cicatrisation osseuse d’apparence normale (Hollinger et al., 2004).
Zowel de vers bevroren als de Clearant ® behandelde botten waren osteoconductief en botheling leek normaal (Hollinger et al., 2004).

En revanche, les os congelés (-72°C) et les os frais (température ambiante) irradiés ont induit une ostéogenèse (Dziedzic-Goclawska et al., 2005).
In tegenstelling hiermee induceerden de bestraalde diepgevroren (-72°C) en verse botten (kamertemperatuur) botnieuwvorming (Dziedzic- Goclawska et al., 2005).

1. Pour les os, tendons, cartilages frais congelés non-traités, le CSS recommande la congélation dans les 24 heures après le prélèvement à une température de -40 °C ou inférieure (≤).
1. Voor de bot-, pees- of kraakbeengreffes die vers ingevroren worden en niet verder verwerkt worden, beveelt de HGR aan om de greffes binnen de 24 u na prelevatie in te vriezen op een temperatuur van – 40 °C of lager (≤).

En 1992, le cas d’un donneur infecté par le HIV-1 dont 4 fragments tendineux lyophilisés ont néanmoins été transplantés à plusieurs receveurs a été décrit.Après élimination du tissu résiduel excédentaire, les tendons ont été traités à la bacitracine et au sulfate de polymyxine B, irrigués à l’eau, emballés et congelés à -80°C. Ensuite, les tendons ont été lyophilisés jusqu’à une humidité résiduelle inférieure à 5 %.
In 1992 werd een HIV-1 geïnfecteerde donor beschreven waarvan vier gelyofiliseerde peesfragmenten toch werden getransplanteerd bij verschillende receptoren. Na verwijdering van overtollig restweefsel, werden de pezen behandeld met bacitracine en polymyxine B sulfaat, geïrrigeerd met water, en verpakt en ingevroren tot -80°C. Vervolgens werden de pezen gelyofiliseerd tot een residuele vochtigheid van minder dan 5 %.