La clarithromycine inhibe le CYP3A4. Il faut donc limiter l’utilisation concomitante d’autres médicaments principalement métabolisés par cette enzyme aux situations où cette association est strictement indiquée (voir rubrique 4.5).
Clarithromycine remt het CYP3A4, en gelijktijdig gebruik met andere geneesmiddelen die grotendeels door dit enzym gemetaboliseerd worden, dient beperkt te blijven tot situaties waarin dit strikt is geïndiceerd (zie rubriek 4.5).