Traduction de «une solution adhésive de copolymère acrylique » (Français → Néerlandais) :

Membrane médiane : Triacétine Solution adhésive de copolymère acrylique contenant du 2-éthylhexyl acrylate, du N-vinylpyrrolidone et du hexaméthylèneglycol diméthacrylate
Middenlaag triacetine Acrylcopolymeer-hechtmiddel met blokken 2-ethylhexylacrylaat, N-vinylpyrrolidon en hexamethyleenglycoldimethacrylaat polymeer.

Les autres composants sont : chaque dispositif transdermique contient de la triacétine et une solution adhésive de copolymère acrylique.
De andere bestanddelen zijn: Elke pleister bevat triacetine, en acrylhechtmiddel.

Les autres composants sont les substances adhésives (copolymères acryliques), une feuille de support (polyéthylène téréphtalate) et un film protecteur (polyéthylène téréphtalate siliconé) qui est retiré avant usage.
De andere ingrediënten zijn kleefstoffen (acrylcopolymeren), een achterkantfolie (polyethyleen tereftalaat) en een beschermfolie (gesiliconiseerde polyethyleen tereftalaat) die voor het gebruik wordt verwijderd.

6.1. Listes des excipients Matrice adhésive contenant de l’œstradiol : copolymères acryliques (Durotak 387-2353 ; Durotak 387-2287) Feuille de support : polyéthylène téréphtalate
6.1. Lijst van hulpstoffen Estradiolhoudende adhesieve matrix: acryle copolymeren (Durotak 387-2353; Durotak 387-2287) Achterkantfolie: polyethyleen tereftalaat

Les autres composants de Transtec sont: Matrice adhésive: [(Z)-octadec-9-en-1-yl]oléate; povidone K90; acide-4-oxopentanoïque; poly[copolymères d’acide acrylique, d’acrylate de butyle, de (2-éthylhéxyl) acrylate et d’acétate de vinyle] (5:15:75:5); copolymère (surface contenant la buprénorphine) ou polymère (surface sans buprénorphine); la feuille de séparation entre les deux surfaces matrices: feuille: poly(éthylène téréphthalate); support tissé: tissu: poly(éthylène
De andere bestanddelen van Transtec zijn: Adhesieve matrix: [(Z)-octadec-9-en-1-yl]oleaat; povidon K90; 4-oxopentaanzuur; poly[acrylzuur-co-butylacrylaat-co-(2-ethylhexyl)acrylaat-co-vinylacetaat] (5:15:75:5) copolymeer (buprenorfine bevattende oppervlakte) of polymeer (geen buprenorfine bevattende oppervlakte); scheidingsfolie tussen beide matrixoppervlakten: poly(ethyleentereftalaat)-folie; deklaag: poly(ethyleentereftalaat)-weefsel. De afgiftebeschermingsfolie die verwijderd wordt vóór het gebruik van de pleister voor transdermaal gebruik bestaat uit gesiliconiseerd poly(ethyleentereftalaat)-folie die aan één zijde bekleed is met aluminium.

Matrice adhésive (sans buprénorphine): poly[copolymère d’acide acrylique, d’acrylate de butyle, de (2-éthylhéxyl)acrylate et d’acétate de vinyle] (5:15:75:5).
Adhesieve matrix (zonder buprenorfine): poly[acrylzuur-co-butylacrylaat-co-(2- ethylhexyl)acrylaat-co-vinylacetaat] (5:15:75:5).

Matrice adhésive (contenant de la buprénorphine): [(Z)-octadéc-9-èn-1-yl]oléate, povidone K90, acide-4-oxopentanoïque, poly[copolymère d’acide acrylique, d’acrylate de butyle, de (2- éthylhéxyl)acrylate et d’acétate de vinyle] (5:15:75:5).
Adhesieve matrix (met buprenorfine): [(Z)-ostadec-9-en-1-yl] oleaat, povidone K90, 4- oxopentaanzuur, poly[acrylzuur-co-butylacrylaat-co-(2-ethylhexyl)acrylaat-co-vinylacetaat] (5:15:75:5).