Vertaling van "voir rubrique 2 ‘itraconazole eg contient " (Frans → Nederlands) :

Les autres composants sont : saccharose, hypromellose (E464), stéarate de sorbitan, silice colloïdale hydratée, gélatine, oxyde de fer rouge (E172), dioxyde de titane (E171) (voir rubrique 2 ‘Itraconazole EG contient du saccharose pour plus d’informations).
De andere stoffen in Itraconazole EG zijn sucrose, hypromellose (E464), sorbitanstearaat, colloïdaal waterhoudend silicium, gelatine, rood ijzeroxide (E172), titaniumdioxide (E171) (zie rubriek 2 ‘Itraconazole EG bevat sucrose’ voor meer informatie).

- si vous êtes allergique (hypersensible) à l’aciclovir, au valaciclovir, au propylèneglycol ou à l’un des autres composants contenu dans Aciclovir EG mentionnés dans la rubrique 6 (Voir également la rubrique ‘Aciclovir EG contient du propylèneglycol et de l’alcool cétylique’).
- U bent allergisch (overgevoelig) voor aciclovir, valaciclovir, propyleenglycol of voor één van de stoffen die in Aciclovir EG zitten. Deze stoffen kunt u vinden onder rubriek 6 (Zie eveneens rubriek ‘Aciclovir EG bevat propyleenglycol en cetylalcohol’).

Itraconazole EG contient du saccharose Ce médicament contient du saccharose.
Itraconazole EG bevat sucrose Dit geneesmiddel bevat sucrose.

- Les autres composants sont le saccharose, le citrate de sodium dihydraté, l'acide citrique monohydraté et le polysorbate 20 (voir rubrique 2 « VPRIV contient du sodium »).
- De andere stoffen in dit middel zijn sucrose, natriumcitraat dihydraat, citroenzuur monohydraat, en polysorbaat 20 (zie rubriek 2 “VPRIV bevat natrium”).

Il faut donc éviter le traitement concomitant par des inhibiteurs puissants du CYP3A4, tels que kétoconazole, itraconazole, voriconazole, ritonavir, clarithromycine et télithromycine (voir rubrique 4.4).
Gelijktijdige behandeling met krachtige CYP3A4 remmers, zoals ketoconazol, itraconazol, voriconazol, ritonavir, claritromycine en telithromycine moet daarom worden vermeden (zie rubriek 4.4).

Utilisation concomitante d’inhibiteurs du CYP3A En cas d’utilisation concomitante d’inhibiteurs puissants du CYP3A (tels que kétoconazole, itraconazole, posaconazole, voriconazole, télithromycine et clarithromycine), Kalydeco doit être administré à une dose de 150 mg deux fois par semaine (voir rubriques 4.4 et 4.5).
Gelijktijdig gebruik van CYP3A-remmers Bij gelijktijdige toediening met potente remmers van CYP3A (bijv. ketoconazol, itraconazol, posaconazol, voriconazol, telitromycine en claritromycine), dient Kalydeco te worden toegediend in een dosis van tweemaal per week 150 mg (zie rubriek 4.4 en 4.5).

Pour les patients recevant la dose plus élevée de Torisel pour le traitement du lymphome des cellules du manteau, la quantité d’alcool dans ce médicament peut altérer votre aptitude à conduire ou à utiliser des machines (voir rubrique « Torisel contient de l’éthanol (alcool) »).
Bij patiënten die een hogere dosis Torisel krijgen voor de behandeling van mantelcellymfoom kan de hoeveelheid alcohol in dit geneesmiddel de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen aantasten (zie rubriek ‘Torisel bevat ethanol’ (alcohol)).

Si vous avez un problème d’alcool ou consommez de l’alcool (voir rubrique « Torisel contient de l’éthanol »), veuillez en informer votre médecin.
Vertel uw arts als u een alcoholprobleem heeft of als u alcohol drinkt (zie rubriek ‘Torisel bevat ethanol’).

Après dilution: 1 ml de solution contient 0,5 mg de busulfan. Pour la liste complète des excipients, voir rubrique 6.1.
Na verdunning: 1 ml oplossing bevat 0,5 mg busulfan. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.

Si la solution est trouble ou contient des particules, elle ne doit pas être injectée (voir rubrique 4.2).
Als de oplossing troebel is of deeltjes bevat, mag de oplossing niet worden geïnjecteerd (zie rubriek 4.2).